Na afloop van de kwalificatie voerden de stewards een onderzoek naar het mogelijk ‘onnodig traag rijden’ door Lewis Hamilton en Lando Norris tijdens de kwalificatie. Uiteindelijk besloten de stewards om geen van beide rijders een straf op te leggen.

Lewis Hamilton en Lando Norris werden onderzocht omdat ze tijdens Q2 met nog zo’n zes minuten te gaan allebei in bocht 12 bijna compleet tot stilstand kwamen te staan.

Eigenlijk was het Hamilton die probeerde om McLaren-rijders Lando Norris en Daniel Ricciardo te laten passeren zodat hij niet als eerste aan zijn snelle ronde moest beginnen en hij eventueel van een slipstream zou kunnen genieten. Norris en Ricciardo weigerden echter om hem voorbij te gaan.

Racedirecteur Niels Wittich had gezegd dat een zogenaamde ‘delta-tijd’ van maximaal 2:09 moest gerespecteerd worden tussen de twee safety car-lijnen. Uiteindelijk oordeelden de stewards dat die tijd gerespecteerd werd en dat de twaalfde bocht op een veilige manier werd verlaten.

“Ook al reed wagen 44 traag, de stewards noteerden dat de delta-tijd werd gerespecteerd, de rijder reed aan de linkerkant en niet op de racelijn,” zo luidt het in een mededeling.

“Dit gebeurde op een recht stuk waar de visibiliteit geen probleem was en er op geen enkel moment voor eender welke rijder gevaar was.”