Senna RACE 146: 11 april 1993, Donington Park

Door Wouter Vanden Bergh

In 1993 werd er voor de eerste maal na de oorlog terug een race gereden op het circuit van Donington. Na de oorlog was het circuit in onbruik geraakt en helemaal vervallen. Een rijke heer, Wheatcroft, kocht alles op in 1971 toen hij 50 was. En nu had hij eindelijk gekregen waar hij recht op had, een echte F1-race: De Grote Prijs van Europa. Genoeg geleuterd over het circuit en het verleden, nu de race:

De race werd in de lente gereden maar Engeland kennende is dit eigenlijk nog steeds winter met als gevolg vier dagen regen. Erik Comas waarschuwt dat dit treintje rijden zal worden gedurende anderhalf uur. Passeren is enkel mogelijk in de Esses (chicane) en wil je binnendoor in Melbourne Hairpin of Redgate Corner, dan moet het je wel goed meezitten. Dus veel valt er volgens de rijders niet te beleven. Bovendien lijkt 1993 een slaapverwekkend seizoen te worden aangezien de Williamsen van Prost en Hill een klasse te sterk blijken voor Schumacher en op Senna moeten we al helemaal niet rekenen. Hij moet het stellen met een veel te bescheiden Ford-motor. Zou de regen daar wat aan kunnen veranderen? De woorden van Comas indachtig ziet het er niet naar uit. Hoe win je immers als je pas vierde op de grid staat en als er naar verluidt geen enkele manier is om de eerste drie te passeren? Maar met Senna weet je het nooit.

Zondag 11 april, racedag. Op JJ lehto na start iedereen op regenbanden. Eén Prost, twee Damon Hill, drie Karl Wendlinger, vier Michael Schumacher, dat was de startorde, de kwalificatie was immers in droge omstandigheden gereden. En zo stormen ze weg. Senna verrast door Wendlinger, was pas vijfde. Maar Senna zou Senna niet zijn, moest hij dit niet goedmaken. Schumacher blokkeert Senna met zijn Benetton, maar al snel passeert hij hem toch. In de tweede bocht, Cranes Curves, kiest Wendlinger voor de binnenkant, maar Senna gaat sierlijk buitenom. Hij ligt al derde. De volgende op de lijst is de Williams van Damon Hill. In
de vierde bocht, McLeans, schrikt Hill zich een bult. Senna glijdt binnendoor. Een tweede stek voor Ayrton. Ook Le Professeur zal eraan moeten geloven. In the Esses is Prost er zowaar aan, maar de afstand was nog net te groot. Senna komt wel al eens kijken. De volgende ronde dan maar. Maar Senna moet niet zolang wachten. In bocht 7, Melbourne Hairpin, gebeurt het. Prost neemt geen risico’s en Senna schiet binnendoor. Na nog geen volledige ronde ligt hij al eerste. Meeval of pure klasse? Maar Senna was niet de enige die fantastisch reed. Na 1 ronde was Rubens Barrichello van een 12de plek opgeschoven naar een 4de stek.

In de perszaal (een simpele tent zonder vloer dus een grote slijkpoel) spat het water hoog op. Zelfs de meest vergrijsde journalisten trappelen van puur genot met de voeten. De weergoden boven Donington twijfelen voortdurend tussen nat en droog. In het volgende anderhalf uur regent het dan ook pitstops. Keertje slicks, keertje regenbanden, keertje slicks, keertje regenbanden, keertje …oei geen nieuw setje slicks meer zet er dan maar een oude set op. En weer op het circuit, keertje regenbanden, keertje slicks. Tijdens 1 van de zovele weersveranderingen komt Senna de pits binnengereden om regenbanden te komen halen, maar McLaren heeft de regenbanden nog niet klaar liggen. Dus moet hij opnieuw pitten, wat hij uiteindelijk niet zou doen, omdat de omstandigheden veranderd waren. Raar maar waar wordt de ronde met deze overbodige stop vastgelegd als de snelste ronde van de race.

Ayrton Senna rijdt een dijk van een race, zowel technisch als tactisch. Zijn rivalen laten bij de minste druppel regenbanden monteren. Senna niet. Hij rekent, weegt pro en contra tegen mekaar af. Hoeveel tijd win ik door een keertje minder te pitten? Hoeveel tijd verlies ik door op een natte piste bij profielloze banden te zweren? De gewonnen tijd is aanzienlijk, de verloren tijd miniem. Senna lijkt wel te zweven over het circuit, geeft nauwelijk terrein prijs op beter uitgeruste wagens.

Aan de finish heeft Senna een voorsprong van bijna anderhalve minuut op Damon Hill. Hill is nog de enige die niet gedubbeld werd door de Braziliaan. Alain Prost komt aan met een achterstand van meer dan één ronde. Senna heeft vier keer van banden gewisseld, Hill zes maal, Prost zeven maal. Na de race klaagt Prost over een onbestuurbare Williams. “ Ach zo? Niet tevreden? Zullen we dan maar van wagen ruilen?” de cynische brutaliteit van een triomferende Senna. Alain kan er niet om lachen.

Bron: Senna, de rechtervoet van God
In 1993 werd er voor de eerste maal na de oorlog terug een race gereden op het circuit van Donington. Na de oorlog was het circuit in onbruik geraakt en helemaal vervallen. Een rijke heer, Wheatcroft, kocht alles op in 1971 toen hij 50 was. En nu had hij eindelijk gekregen waar hij recht op had, een echte F1-race: De Grote Prijs van Europa. Genoeg geleuterd over het circuit en het verleden, nu de race:
a:0:{}
De race werd in de lente gereden maar Engeland kennende is dit eigenlijk nog steeds winter met als gevolg vier dagen regen. Erik Comas waarschuwt dat dit treintje rijden zal worden gedurende anderhalf uur. Passeren is enkel mogelijk in de Esses (chicane) en wil je binnendoor in Melbourne Hairpin of Redgate Corner, dan moet het je wel goed meezitten. Dus veel valt er volgens de rijders niet te beleven. Bovendien lijkt 1993 een slaapverwekkend seizoen te worden aangezien de Williamsen van Prost en Hill een klasse te sterk blijken voor Schumacher en op Senna moeten we al helemaal niet rekenen. Hij moet het stellen met een veel te bescheiden Ford-motor. Zou de regen daar wat aan kunnen veranderen? De woorden van Comas indachtig ziet het er niet naar uit. Hoe win je immers als je pas vierde op de grid staat en als er naar verluidt geen enkele manier is om de eerste drie te passeren? Maar met Senna weet je het nooit.

Zondag 11 april, racedag. Op JJ lehto na start iedereen op regenbanden. Eén Prost, twee Damon Hill, drie Karl Wendlinger, vier Michael Schumacher, dat was de startorde, de kwalificatie was immers in droge omstandigheden gereden. En zo stormen ze weg. Senna verrast door Wendlinger, was pas vijfde. Maar Senna zou Senna niet zijn, moest hij dit niet goedmaken. Schumacher blokkeert Senna met zijn Benetton, maar al snel passeert hij hem toch. In de tweede bocht, Cranes Curves, kiest Wendlinger voor de binnenkant, maar Senna gaat sierlijk buitenom. Hij ligt al derde. De volgende op de lijst is de Williams van Damon Hill. In
de vierde bocht, McLeans, schrikt Hill zich een bult. Senna glijdt binnendoor. Een tweede stek voor Ayrton. Ook Le Professeur zal eraan moeten geloven. In the Esses is Prost er zowaar aan, maar de afstand was nog net te groot. Senna komt wel al eens kijken. De volgende ronde dan maar. Maar Senna moet niet zolang wachten. In bocht 7, Melbourne Hairpin, gebeurt het. Prost neemt geen risico’s en Senna schiet binnendoor. Na nog geen volledige ronde ligt hij al eerste. Meeval of pure klasse? Maar Senna was niet de enige die fantastisch reed. Na 1 ronde was Rubens Barrichello van een 12de plek opgeschoven naar een 4de stek.

In de perszaal (een simpele tent zonder vloer dus een grote slijkpoel) spat het water hoog op. Zelfs de meest vergrijsde journalisten trappelen van puur genot met de voeten. De weergoden boven Donington twijfelen voortdurend tussen nat en droog. In het volgende anderhalf uur regent het dan ook pitstops. Keertje slicks, keertje regenbanden, keertje slicks, keertje regenbanden, keertje …oei geen nieuw setje slicks meer zet er dan maar een oude set op. En weer op het circuit, keertje regenbanden, keertje slicks. Tijdens 1 van de zovele weersveranderingen komt Senna de pits binnengereden om regenbanden te komen halen, maar McLaren heeft de regenbanden nog niet klaar liggen. Dus moet hij opnieuw pitten, wat hij uiteindelijk niet zou doen, omdat de omstandigheden veranderd waren. Raar maar waar wordt de ronde met deze overbodige stop vastgelegd als de snelste ronde van de race.

Ayrton Senna rijdt een dijk van een race, zowel technisch als tactisch. Zijn rivalen laten bij de minste druppel regenbanden monteren. Senna niet. Hij rekent, weegt pro en contra tegen mekaar af. Hoeveel tijd win ik door een keertje minder te pitten? Hoeveel tijd verlies ik door op een natte piste bij profielloze banden te zweren? De gewonnen tijd is aanzienlijk, de verloren tijd miniem. Senna lijkt wel te zweven over het circuit, geeft nauwelijk terrein prijs op beter uitgeruste wagens.

Aan de finish heeft Senna een voorsprong van bijna anderhalve minuut op Damon Hill. Hill is nog de enige die niet gedubbeld werd door de Braziliaan. Alain Prost komt aan met een achterstand van meer dan één ronde. Senna heeft vier keer van banden gewisseld, Hill zes maal, Prost zeven maal. Na de race klaagt Prost over een onbestuurbare Williams. “ Ach zo? Niet tevreden? Zullen we dan maar van wagen ruilen?” de cynische brutaliteit van een triomferende Senna. Alain kan er niet om lachen.

Door Wouter Vanden Bergh

Bron: Senna, de rechtervoet van God