Stoffel Vandoorne geeft zijn visie over de pre-season tests in Bahrein: “Het is een bom aan informatie dat op je afkomt”

Aston Martin F1 team
Aston Martin F1 team

Stoffel Vandoorne is nog steeds betrokken bij de Formule 1, dit als reserverijder voor Aston Martin en McLaren. Hij heeft de pre-season tests dan ook van dichtbij en op de voet gevolgd. Hieronder kan je al zijn bevindingen lezen.

Stoffel Vandoorne heeft 41 Grand Prix-starts op zijn naam staan die hij allemaal heeft gereden bij het team van McLaren, helaas in een periode dat het team in een diepe crisis zat, namelijk de jaren 2016 (1 race als vervanger van Fernando Alonso in Bahrein), 2017 en 2018. Je kan dan gerust zeggen dat de Belg wel een grondige kennis heeft van de eisen bij tests voorafgaand aan een nieuw seizoen.

“Met slechts drie dagen testen voorafgaand aan het seizoen moet je echt elke minuut optimaal benutten, dit is je enige kans om echt te begrijpen hoe de auto zich gedraagt en deze te kunnen optimaliseren voor de eerste Grand Prix, die een week later plaatsvindt.”

“Je kan niet alles ontdekken in slechts drie dagen testen. Een idee als rijder en als team hebben we dan al wel, we weten dan meer welke punten op de wagen meer aandacht vragen.”

“De tests zijn voor ons als rijder ook een fysieke uitdaging, dit omdat je sinds eind november niet meer hebt geracet. Uiteraard brengen we in de winter veel tijd door in de sportschool en trainen we om zo het best als het kan in topconditie te zijn. Helaas komt niets ook maar in de buurt van het nabootsen van de fysieke en mentale eisen die het besturen van een F1-auto met zich meebrengt.”

“Je voelt het het meeste in je nek, daar trainen we het hardst op. Er is niets dat je echt voorbereidt op wat je ervaart in de auto met de G-krachten die door de bochten en tijdens het remmen en accelereren op je lichaam worden uitgeoefend.”

“Zelfs de snelheid is terug even wennen”, grapt Vandoorne. “Alles komt zo snel op je af dat je ogen er weer even aan moeten wennen maar het is verrassend om te zien hoe snel dat gebeurt.”

“Op de eerste dag worden er vaak veel aerodynamische tests uitgevoerd. Je meet de luchtstroom in en onder de auto om te zien van wat je ziet op de baan en ervaart, dat dat in overeenstemming is met al het simulator- en windtunnelwerk van de afgelopen winter.”

“Het is een cruciaal onderdeel van het testen, maar het is niet het meest opwindende voor ons als rijder. Het laatste deel van het testen is het leukste, omdat je dan meestal op zoek gaat naar wat meer prestaties en zelfs kwalificatiesimulaties uitvoert.”

“Een rijder moet deze dagen een goed technisch inzicht hebben. Als je de technische aspecten en nuances van de auto begrijpt, kan je dat onder bepaalde omstandigheden een voordeel opleveren. Je bent voortdurend in gesprek met je ingenieurs. Je geeft feedback door, komt met ideeën, bespreekt oplossingen, zo ontwikkel je dus een auto.

“Wat ook bijzonder moeilijk is, is om de concurrentie te beoordelen, hoe zij ervoor staan. Hoeveel brandstof gebruiken ze, hoe is de motor afgesteld, allemaal variabelen waarvan je het alleen maar kan proberen in te schatten. We hebben wel GPS-gegevens, waarmee teams de snelheden in bochten en op rechte stukken van alle auto’s kunnen volgen.”

“Met al deze informatie, wat je gerust een bibliotheek aan informatie kan noemen, is het mogelijk om een globaal idee te krijgen van waar je staat in de competitieve volgorde. Het echte competitieve beeld wordt echter pas duidelijk tijdens de eerste kwalificatie, wanneer de auto’s op hun lichtst zijn en de rijders tot het uiterste pushen.”

Geschreven door Vincent Bogaerts