World Series by Renault – Interview d’Ambrosio

Vorig weekend was F1journaal aanwezig op de World Series by Renault, en kreeg de kans om Jérôme d’Ambrosio te interviewen.
Wat volgt is de visie van onze columnist Steven Peeters op het weekend, en de interviews die hij had met Jérôme d’Ambrosio en Stoffel Vandoorne.
a:1:{s:9:”file_name”;s:25:”Steven_WSR_2010_301_1.jpg”;}
Afgelopen weekend vertegenwoordigde ik F1journaal.be op de World Series by Renault op Spa-Francorchamps. Hier volgt het verhaal van een drukke dag.

Het is 7u20 in de ochtend, en ik zit in de auto op weg naar Spa-Francorchamps. Ik heb deze weg vaak genoeg genomen om in te schatten dat ik rond 9 uur zou moeten aankomen. Onderweg bel ik nog even met de persverantwoordelijke van het circuit om mijn accreditatie te regelen. Al een geluk sta ik op de lijst en krijg ik instructies om mijn Mediapas en parkingsticker op te halen.
Het is een eenzame en lange rit maar de zon schijnt en met een beetje muziek bereid ik me voor op wat een drukke dag belooft te worden.

Rond 9u00 sta ik geparkeerd op parking P2, ter hoogte van Eau Rouge en begin ik richting het ‘Media Centre’ te wandelen. Het circuit is dan wel één van de mooiste ter wereld, het is zeker ook één van de vermoeiendste om rond te lopen. Onderweg van Eau Rouge naar het pitsgebouw bovenaan zie ik meteen een Formula Renault 1.6 klaar staan voor de kwalificatie. Het is onze landgenoot Stoffel Vandoorne, maar daar vertel ik je straks meer over.

De volgende stop is de stand van het F1 demoteam van Renault. Ik heb in de week voorafgaand aan de WSR contact gehad met de persdienst van Renault F1 Team, en zij hadden me beloofd dat ik een kort interview kon krijgen rond 11u00, maar daar ben ik nog steeds ruimschoots te vroeg voor. Het blijft toch wel elke keer een leuk gevoel om zo dicht bij een F1-wagen te kunnen komen. De fans staan erbij en kijken ernaar.

Wat zo mooi is aan de World Series is dat het één van de meest toegankelijke race-evenementen op hoog niveau is. Het bundelt een grote variëteit aan raceklassen in één weekend, zodat je je als toeschouwer nooit verveelt. Zo heb je een raceklasse voor jonge honden die net in eenzitters terechtkomen, maar als topklasse ook de Formula 3.5, welke nauwelijks moet onderdoen voor kampioenschappen als de GP2 Series. Verschillende F1-rijders komen voort uit deze raceklasse. Zo reed Jaime Alguersuari hier vorig jaar nog, en Sebastian Vettel leidde het kampioenschap toen hij in 2007 vrijdagrijder werd voor BMW Sauber. Alonso was ook deelnemer in dit kampioenschap en zowel Kubica als Kovalainen wonnen dit kampioenschap. Wat nog merkwaardiger is, is dat de klasse die daar onder staat, de Formule Renault 2.0, ook twee rijders heeft voortgebracht die rechtstreeks vanuit deze (instap)klasse naar de F1 promoveerden: Felipe Massa en Kimi Raikkonen.

Als kers op de taart van al dit lekkers zijn er ook verschillende demo’s van het Renault F1 Team en zijn de nieuwste Renault modellen te bewonderen. Een kinderpark houdt de kleinsten onder ons bezig en verschillende shows, DJ’s, dansteams en fanfares entertainen het volk.

En net dan komen we aan bij het grote minpunt van de World Series. Doordat je het evenement toegankelijk maakt komen er veel mensen op af. Buiten de gratis inkom heb je ook nog eens gratis parking en gratis animatie. Dit is één grote publicitaire campagne voor Renault, maar het mes snijdt langs twee kanten: sommige mensen denken niet na als ze naar zo’n evenement komen. Veel mensen onderschatten het immense lawaai dat een F1-wagen of een Formula 3.5 produceert. Dan is het echt niet verstandig om kinderen van 5 jaar en jonger, of zelfs honden mee te brengen. Maar soit, laat dat de pret voor de echte racefanaat niet bederven. In Spa is tenminste genoeg plaats voor iedereen om te genieten van het spektakel. Dat was in Zolder destijds wel anders.

Na wat rondwandelen in de paddock keerde ik terug naar de truck van Renault F1. Ik was er een beetje te vroeg, maar besloot eerst wat te verkennen voor ik Jérôme zou interviewen. Onze landgenoot was in gesprek met de bazen van Genii Capital, de Luxemburgse vennootschap die sinds dit jaar heel wat aandelen heeft in het Renault F1-team. Ik vroeg naar Will Hings, mijn contactpersoon bij Renault F1, en Will liet me binnen. Aldus stond ik naast de familie d’Ambrosio, en kreeg de mogelijkheid wat rond te wandelen in de stand, wat me een ongelooflijke mogelijkheid gaf erg dicht bij de F1-wagens te komen.

Normaal gezien zou mijn interview na dat van de televisie komen, maar aangezien zij te lang op zich lieten wachten, kreeg ik 5 minuten de tijd, achterin de truck van Renault, om het interview af te nemen. Het werden er uiteindelijk zelfs 8…

Voorspelbare vraag, maar niet minder interessant: hoe is het om hier voor het eerst op Spa Francorchamps te rijden met een F1 wagen, voor eigen publiek?

Jérôme: Het is een ongelooflijk gevoel, een fantastisch gevoel. Om met een F1-wagen hier in België te rijden voor mijn publiek en dan nog op Spa Francorchamps, een fantastisch circuit, is ongelofelijk. Dus ja, ik denk dat het iets goed is. Het is dan wel geen ‘echt’ raceweekend voor mij, maar het is een mooie opportuniteit om met de fans te spreken en wat tijd met ze door te brengen. Dus dat is erg goed.

Welke voordelen heb je als Renault F1-testrijder? Ik las onlangs een artikel dat je nogal wat tijd doorbrengt in Enstone. Hoe gaat dat voor je?

Jérôme: (lacht) Als je het artikel gelezen hebt, dan weet je er toch alles van? Nee, serieus nu. Eerst en vooral heb je verschillende aspecten van de job die je beter leert kennen. Ik krijg de mogelijkheid om te trainen in de fabriek, om met de engineers te praten en hoe een Formule-1 team van binnenuit werkt. Ik krijg ook de mogelijkheid om briefings, races en tests bij te wonen. Dat is geweldig, want Formule 1 is erg anders, in de manier waarop er gewerkt wordt en de zaken waar naar gekeken wordt dan in bijvoorbeeld de GP2. Er valt veel te leren, en dat is erg goed voor me.
Aan de andere kant heb je de demo’s. Het zijn andere banden en het is geen race-versie van de wagen, maar ik kan wel de procedures van het stuurwiel leren, zodat ik daar beter mee overweg kan, en dat is erg belangrijk in een F1-wagen.

Aan de andere kant, niet sport-gerelateerd, heb je ook de omgeving die helemaal anders is. Ik zag je net als een gek handtekeningen uitdelen. Ik herinner me dat vorig jaar bijna niemand handtekeningen vroeg aan Adam Khan, die toen de demo deed. Je populariteit is explosief gegroeid. Is dat een groot verschil met toen je alleen maar GP2-rijder was?

Jérôme: Het is een enorme verandering voor mij om nu deel uit te maken van de Renault F1 Young Drivers Program en reserverijder in de F1 te zijn. Ik heb er heel wat aan en kan er erg veel uit leren. Maar tegelijkertijd, het Renault F1 Team is niet zomaar een team. Het is Renault. Iedereen kent Renault, ze hebben een enorme geschiedenis, en dat zorgt ervoor dat iedereen me begint te kennen. Als ze Renault kennen, kennen ze de rijders van Renault ook. In België begint nu haast iedereen me nu te kennen, zeker omdat het al zo lang geleden is dat er nog een Belg actief was (als rijder) in de F1. En dus is het nu geweldig voor mij om tijd met de fans door te brengen nu ik nog niet moet racen. (Volgend weekend begint het GP2-kampioenschap, nvdr.)

Een lastige vraag misschien… Kobayashi was vorig jaar je teamgenoot. Hij geraakte in de F1, vooral door de ondersteuning van Toyota. Wetende dat je vorig seizoen vaak sneller was, is dat niet…

Jérôme: (lichtjes cynisch) Frustrerend, ja…

Is het dan als Belg moeilijker om op dat niveau te geraken?

Jérôme: Weet je, het is geen nadeel om Belg te zijn. Daar geloof ik niet in. Als ik dat wel had gedaan, was ik hier al niet geraakt… Toen ik met eenzitters begon te racen zei iedereen me “Jij bent een Belg, jij geraakt er niet, niet in de Formule 3, laat staan GP2”. Uiteindelijk zeiden ze ook dat ik niet in de Formule 1 zou geraken, en zie waar ik nu ben. Ik heb mijn carrière altijd stap per stap bekeken, en het was moeilijk, maar er is geen reden om beschaamd te zijn uit België te komen. Het is een klein land, maar met groot potentieel.
Ik ben er zeker van dat er mogelijkheden zijn, en als ik mijn job goed doe en een goede resultaten neerzet, krijg je uiteindelijk wel een telefoontje van een topteam, zoals Renault dit jaar gedaan heeft door mij een kans te geven.

Je hebt al vaak bewezen dat je snelheid in je hebt. Je won de Monaco Kart Cup, net als Kubica tweemaal en Vettel. Dat is een mooie referentie. Geef je om die statistieken?

Jérôme: Het is leuk om mooie resultaten op je CV te hebben, maar het is belangrijker om in het heden te leven. Je moet jezelf doelen stellen, zowel op korte als op lange termijn, maar je moet echt in het heden leven. Ik neem het zoals het komt. Het is geweldig om die resultaten te hebben. Dat heeft er voor gezorgd dat ik telkens een stapje hoger kon zetten. Ik moest goed presteren en altijd vooraan meestrijden in de junior klassen om hogerop te geraken. Ik kijk trots terug op die resultaten, maar het is niet omdat je op je vijftiende dezelfde race won als Vettel dat je er vanzelf geraakt. Het is iets ingewikkelder dan dat. Het komt er altijd op neer dat je vooraan eindigt. Natuurlijk is het een goede benchmark voor de mensen die er buiten staan. Voor mezelf is het niet zo belangrijk. Het is niet omdat ik die of die race gewonnen heb dat ik automatisch in de F1 moet zitten, maar het geeft de mensen wel aan wat ik kan.

Je werd nooit ondersteund door de RACB. Die steun ging destijds naar Nico Verdonck. Was dat een teleurstelling?

Jérôme: Ik geraakte in de Formula Renault 1.6 omdat ik het wereldkampioenschap Karting won dat jaar. Het is eigenlijk Thierry Boutsen geweest die me geholpen heeft. Boutsen heeft me verder geholpen, waar ik hem dankbaar voor ben. En nu komt de meeste steun uiteraard van Renault.

Om af te sluiten, een niet-autosport vraag. Op je site kan men lezen dat je graag naar voetbal kijkt. Heb je een favoriete ploeg?

Jérôme: Niet echt. Uiteraard, als kind groeide ik op met een Anderlecht-shirt, maar ik heb geen favoriete ploeg. Het belangrijkste is een goed spel. Het was mooi om Standard mooi te zien spelen in de Europa League. Maar ook als Club Brugge of Genk goed spelen kijk ik daar graag naar. Ik weet nog dat Genk een jaar fel meedeed om de titel, en ik zat dat jaar elk weekend in Genk, dus ik keek wel eens een wedstrijd. Ik heb nog altijd een zwak voor Anderlecht, maar de kwaliteit van het spel is het belangrijkst voor mij als supporter.

Hartelijk bedankt voor het interview en succes!

En toen zat het erop. Jérôme moest de RTBF te woord staan. Het was wel een geweldig gevoel de truck uit te wandelen, na meer minuten gekregen te hebben dan verwacht. Ik vond Jérôme erg openhartig en charmant. Hij staat sterk in zijn schoenen, maar het gesprek was niet stroef. Will Hings, zijn persofficier zat er wel bij, als ware het zijn bodyguard, maar ik heb enorm veel te danken aan Will. Bij deze wil ik dan ook benadrukken dat het voor een ‘klein’ medium als het onze een geweldige kans was om een landgenoot en hoop op een volgende Belgische F1-rijder te interviewen. Dus aan de mensen van Renault F1: dank u voor de hartelijke ontvangst.

Na het interview heb ik de demo run van d’Ambrosio gezien vanaf de pitingang aan de Bus Stop chicane, waaruit bijvoorbeeld deze foto voortkwam:
image

Na nog wat rondgewandeld te hebben, de Formula 3.5 race gezien te hebben, keerde ik terug naar het Media Centre. Als bij toeval kwam ik net voor ik doorging Stoffel Vandoorne tegen, die net de eerste Formula 1.6 race gewonnen had. Na wat foto’s voor de pers werd hij geïnterviewd door de RTBF (deze keer waren zij er sneller bij). Ik moet zeggen: Stoffel zijn Frans is uitstekend! Daarna vroeg ik hem om een korte reactie.

Hoe voelt het om bij je eerste poging in een eenzitter op Spa meteen te winnen?

Stoffel: Dat is fantastisch. Ik heb hier nog nooit gereden, en in de kwalificatie meteen de pole voor beide races. En dan nu, ja… De eerste race meteen winnen is zeker niet slecht. Ik hoop morgen ook zoiets te doen.

Hoe schat je je kansen in voor het kampioenschap?

Stoffel: Het ziet er voorlopig niet slecht uit. Ik heb tot nu toe in elke race op het podium gestaan, dus ik hoop dat ik dat tijdens de volgende meetings kan herhalen.

Merk je al iets van aandacht? Heb je al wat supporters?

Stoffel: Buiten mijn familie nog niet echt, maar de RACB bijvoorbeeld, en mensen die ik niet eens ken komen ineens naar me toe, dus dat is wel leuk.

Zoals ik dus nu. Ik wens je in ieder geval veel succes.

En zo heb ik misschien de volgende Belg in een F1-wagen al geïnterviewd. Ik wens hem veel succes in de toekomst, maar zoals hij het kampioenschap tot nu toe gedomineerd heeft doet veel goed beloven voor de toekomst.

Ik kwam, ik zag en ik had hoop voor de Belgische autosport. Nooit eerder waren de Belgen zo prominent aanwezig tijdens een weekend als dit. Laten we hopen dat we volgend jaar niet meer naar een demo van d’Ambrosio hoeven te zien, maar hem meer dan 5 rondjes zien rijden…

Facebook
Twitter
WhatsApp
Email
Print