Hoeveel racers zijn er die ooit Formule 1 reden en nu in een internationaal GT-kampioenschap meerijden? Er zijn heel wat rijders die een kans kregen in de Formule 1 om voor een kleiner F1-team aan de start te komen. Ook zijn er heel wat rijders die zeer laat met racen begonnen zijn. Deze piloot is er één van…
Andrea Montermini begon pas op zijn twintigste, in 1984, met karting. Het echte racen begon pas in 1987 toen Montermini in de Italiaanse Formule Alfa Boxer aan de start kwam, een klasse waarin vooral enkele talenten aan bak kwamen. Montermini kon maar aan enkele races deelnemen omdat hij niet genoeg geld had om het kampioenschap helemaal uit te rijden. Talent had hij wel, want van de vijf races waaraan hij deelnam, won hij er drie en werd tweemaal tweede. De naam Montermini werd in Italië al wat bekender, maar toch zou de racer tijdens zijn hele carrière een tekort aan sponsorgeld hebben.
In 1988 kwam de Italiaan aan de start van het Italiaanse Formule 3-kampioenschap. Daarin reed Montermini tegen enkele rijders die later ook in de Formule 1 zouden racen; Jacques Villeneuve, Emanuele Naspetti, ‘Mimmo’ Schiattarella en Franco Forini. Montermini tekende bij Automotor, een team dat startte met enkele slechte Ralt-Volkswagens. Tijdens het seizoen bleek duidelijk dat de wagen te slecht was om punten te scoren.
Het jaar daarop kreeg Montermini echter een competitieve wagen, toen hij overstapte naar Euroteam. Andrea maakte het verschillende rijders erg lastig in zijn Reynard Alfa Romeo en kon zelfs een overwinning behalen in Vallelunga. Uiteindelijk werd hij vierde met 27 punten. Gianni Morbidelli werd kampioen. In de Formule 3-race te Monaco, erg belangrijk omdat de F1-teams er aanwezig zijn, werd Montermini tweede.
De prestatie van Montermini viel bij de Scuderia Italia F1-team in de goede aard want hij kreeg in 1990 een contract als testrijder aangeboden. Tevens kwam Montermini in de F3000 terecht waar hij bij Madgwick International een heel seizoen mocht uitrijden. Teamgenoot bij Madgwick werd Jean-Marc Gounon, de Fransman die later opklom naar de F1, maar faalde en zijn heil zocht in de FIA GT en Franse Super Touringcars.
Het eerste seizoen van Andrea Montermini in de F3000 was niet schitterend, maar ook niet slecht. Opvallend was zijn pole positie in zijn eerste F3000-race, in Donington. Hij kon echter de eerste plaats niet behouden door een ongeval tijdens de race. Zijn seizoen werd gekenmerkt door het aantal opgaven. Maar de Italiaan werd toch tweede in Le Mans en derde in Jerez, wat op zich al geen slechte prestatie is. Hij sloot het seizoen als achtste met 13 punten af.
In 1991 kreeg Montermini een aanbod om testrijder van het Ferrari F1-team te worden, een onverhoopte kans om eindelijk naar de Formule 1 op te klimmen.
Montermini bleef, naast zijn rol als testrijder bij Ferrari, zich ook concentreren op het Formule 3000-kampioenschap. Hij tekende, samen met Gounon, een contract bij 3001 International. In vergelijking met de Reynard-Mugen van vorig seizoen was de Ralt-Cosworth een echte plaag. De wagen was op alle vlakken slecht. Toch kon Montermini bewijzen dat hij snel was en dat hij ook in slechte wagens kon racen. Een derde plaats in Jerez en Le Mans waren echter niet voldoende om mee te doen om de titel. Hij werd tenslotte tiende met 8 punten.
Het jaar daarop, in 1992, had Montermini eindelijk een wagen waarmee hij om de titel kon strijden. De eerste zes races van het seizoen reed hij bij Il Barone Rampante. Niemand minder dan Rubens Barrichello was zijn teamgenoot. In Barcelona behaalde de Italiaan zijn eerste F3000-overwinning en er zouden er nog volgen, maar dan wel bij een ander team. Door sponsorproblemen reed hij vanaf Spa-Francorchamps met een Reynard-Cosworth van team Forti. Meteen boekte hij een tweede overwinning, in Spa, en twee weken later voegde hij er een derde overwinning aan toe in Albacete.
De strijd om de titel zou tijdens de voorlaatste race beslecht worden, te Nogaro in Frankrijk. Montermini moest het daarin opnemen tegen Luca Badoer, een andere Italiaan. Badoer had aan een derde plaats genoeg om de titel te veroveren indien Montermini geen punten behaalde, want hij had een voorsprong van 6 punten op Montermini. Badoer won de race echter en Andrea Montermini werd pas vierde. Daarmee was de strijd om de titel beslecht. Tijdens de laatste race van het seizoen in Magny-Cours vielen beide rijders uit. Montermini eindigde tweede na Badoer met 34 punten. Op 13 december 1992 werd in Buenos Aires om de wereldbeker voor F3000-wagens gestreden. Montermini won het evenement en behaalde daardoor toch nog een titel.
In 1993 reed Andrea Montermini amper races. Hij was al bijna 30 jaar oud. Benetton was het volgende F1-team dat hem een contract aanbood als testrijder.
Tijdens het jaar nam de Italiaan deel aan de ChampCar World Series waarin Nigel Mansell en Emerson Fittipaldi om de titel vochten. Montermini startte tijdens 4 races en het beste resultaat was een vierde plaats tijdens de Detroit Grand Prix. Hij beëindigde het seizoen als 18de met twaalf punten.
In 1994 kwam het langverwachte F1-debuut van de Italiaan. Hij nam deel aan de GP van Spanje, in een Simtek Ford, die net op de dag van zijn dertigste verjaardag zou vallen. Het werd echter geen dag om te feesten. Tijdens de kwalificatie, de dag voor zijn verjaardag, crashte Montermini hard in de bandenmuur nadat hij de controle over het stuur verloor. Daarna slingerde de onbestuurbare wagen over de baan en raakte de pitmuur en bleef tientallen meters verder eindelijk staan. De crash was zo erg dat menig F1-kijker en fan terugdacht aan de crash van Ayrton Senna, amper 1 maand vroeger. Montermini kwam er met een voetblessure vanaf. Het racedebuut werd uitgesteld…
Een maand later startte Montermini weer in de Amerikaanse ChampCars waar hij aan drie races deelnam. Meer dan een zevende plaats in Toronto en een negende in Laguna Seca zat er niet in.
Het Pacific Grand Prix-team bood Montermini een contract aan voor een heel seizoen Formule 1 in 1995. Niemand wilde voor het team racen omdat het in 1994 amper startte. De wagen was erg slecht en het was dan ook niet verwonderlijk dat Montermini altijd achteraan op de grid te vinden was. De Pacific-rijders Gachot en Montermini konden niet veel tonen. Het enige lichtpuntje was een negende plaats voor Montermini in Brazilië na het uitvallen van zowat het hele rijdersveld. Montermini kreeg tijdens het seizoen verschillende teammaats. Behalve Betrand Gachot reden ook Giovanni Lavaggi en Jean-Denis Deletraz enkele races voor het team.
Tijdens de GP van Europa op de Nürburgring, die in vochtige omstandigheden verreden werd, vocht Montermini zowaar tegen de McLarens van Häkkinen en Blundell. Uiteindelijk moest de Italiaan opgeven nadat hij over de benen van een lid van zijn pitcrew reed en uiteindelijk geen benzine meer had.
Tegen het einde van het jaar stopte Pacific Grand Prix z’n Formule 1-programma omdat het teveel geld kostte en er werden geen goede prestaties behaald. Het team deed verder in de F3000 in 1996 en in oktober van 1997 stopte het team al zijn autosportactiviteiten.
Andrea Montermini keerde terug naar zijn vroegere team Forti dat ondertussen de overstap naar de F1 had gemaakt. Forti had dezelfde problemen als Pacific; een slechte wagen en amper geld. Technisch directeur Sergio Rinland verliet het team al na enkele weken omdat hij zag dat het niet makkelijk zou worden. Daarom werd de wagen uit 1995 gebruikt met een kleine update. Al na het eerste raceweekend van het jaar in Australië leek het al een echte ramp te worden. Montermini en zijn vroegere rivaal Luca Badoer, nu zijn teammaat, konden zich niet kwalificeren. Daarna volgden races vol tegenslag. Toen Forti George Ryton tot technisch directeur benoemde werd er een nieuwe wagen gebouwd en kwam Forti vanaf de Spaanse GP met nieuwe wagen aan de start, maar ook dat mocht niet baten. Omdat motorenbouwer Ford niet meer betaald werd door het team, leverde het geen Cosworth-motoren meer aan het team. Het team ging failliet doordat er onenigheid bestond over wie de meeste aandelen bezat van het team.
Montermini stapte, na zijn F1-avontuur, in 1997 over naar de IMSA Sportscars. De Italiaan kreeg als teamgenoot de Braziliaan Antonio Hermann naast zich in de Ferrari 333 SP.
Z’n eerste optreden was tijdens de 12 Uren van Sebring, een zeer bekend sportevenement in de Verenigde Staten. De Ferrari met Montermini, Hermann, de Belg Didier Theys en de Italiaan Moretti staakte de strijd al zeer vroeg, terwijl ze tijdens de kwalificatie de derde snelste tijd reden. In totaal behaalde het duo Hermann-Montermini drie overwinningen (Lime Rock, Pikes Peak en Sebring) en eindigde zesde in het kampioenschap met 175 punten.
Tom Walkinshaw zocht in 1998 een derde rijder voor zijn Nissan R390 GT1 die aan de 24 Uren van Le Mans zou deelnemen. Montermini leek een geschikte keuze na de goede prestaties in de Sportscars het jaar voordien. Als teammaats kreeg de Italiaan de Nederlander Jan Lammers en de Fransman Erik Comas naast zich. Het trio eindigde de race als zesde, op negen ronden van de winnaars Aiello, McNish en Ortelli.
In 1999 nam de Italiaan opnieuw deel aan de 24 Uren van Le Mans. Met teammaten Alex Caffi en ‘Mimmo’ Schiattarella reed Montermini een mooie race aan het stuur van de Courage C52 en eindigde net als het jaar tevoren 6de.
Eind 1999 reed Montermini een race in de ChampCar World Series. Als 25ste vertrokken eindigde hij 15de waardoor hij twee punten behaalde en 31ste werd in het kampioenschap.
Met zijn matige prestatie tijdens de enige race waaraan hij deelnam in de ChampCars van 1999 hoopte Montermini in 2000 opnieuw te kunnen racen, maar moest teleurgesteld een jaartje afwachten.
Pas in 2001 zat Andrea Montermini weer achter het stuur van een racewagen. In april reed hij met Sergey Zlobin, Fabian Peroni en Tony Ring tijdens de 24 Uren van Daytona, een race die meetelt voor het Grand Am-kampioenschap. De vier eindigden in hun Ferrari 355 GTS op een 36ste plaats, op 151 ronden van de winnaars.
In 2002 nam Montermini opnieuw deel aan de 24 Uren van Daytona in een Ferrari 360 Modena met Zlobin en Franco Bertoli. Het trio eindigde 27ste. Later dat jaar nam de Italiaan ook deel aan de 12 Uren van de Sebring, die deel uitmaakt van de American Le Mans Series. Met de Amerikanen Ryan Hunter-Reay en Peter Argetsinger was de race al vroeg gedaan door mechanische problemen. Na deze uithoudingsraces nam Montermini deel aan het FIA GT-kampioenschap. Samen met Christian Pescatori behaalden ze in hun Ferrari 360 Modena twee overwinningen in de N-GT-klasse en behaalden ook twee tweede plaatsen. Op het einde van het seizoen kreeg Montermini een andere teammaat, de Zwitser Iradj Alexander. Beide konden ze nog een derde plaats behalen in Enna Pergusa. In de N-GT-klasse eindigde Andrea Montermini als derde met 49,5 punten na kampioen Stephane Ortelli en… Christian Pescatori.
Na het seizoen in de FIA GT reed Montermini lange tijd niet, tot hij in oktober van 2003 weer achter het stuur kroop van een Ferrari 360 Modena tijdens de laatste race van het FIA GT-seizoen. Montermini moest na 55 ronden opgeven.
Dit jaar rijdt Andrea Montermini in de Porsche Supercup in het Walter Lechner Racing School team. Tijdens de tweede race in Monaco had de Italiaan een ongeval waardoor hij niet kon deelnemen aan de race. Op dit moment staat hij in de rangschikking vijfde met 72 punten gevolgd door onze landgenoot David Saelens met 69 punten.
Feiten
Geboortedatum: 30 mei 1964
Geboorteplaats: Sassuolo
Nationaliteit: Italiaan
F1 Statistieken
F1 Debuut: GP Spanje 1994 in Barcelona
Aantal Grand Prix’: 28
Aantal opgaven: 16
Aantal punten: 0
Beste startpositie: 19de
Beste resultaat: 8ste
WK Klasseringen
1994: Simtek Ford, geen punten
1995: Pacific Ford, geen punten
1996: Forti Ford, geen punten
Hoeveel racers zijn er die ooit Formule 1 reden en nu in een internationaal GT-kampioenschap meerijden? Er zijn heel wat rijders die een kans kregen in de Formule 1 om voor een kleiner F1-team aan de start te komen. Ook zijn er heel wat rijders die zeer laat met racen begonnen zijn. Deze piloot is er één van…
a:0:{}
Andrea Montermini begon pas op zijn twintigste, in 1984, met karting. Het echte racen begon pas in 1987 toen Montermini in de Italiaanse Formule Alfa Boxer aan de start kwam, een klasse waarin vooral enkele talenten aan bak kwamen. Montermini kon maar aan enkele races deelnemen omdat hij niet genoeg geld had om het kampioenschap helemaal uit te rijden. Talent had hij wel, want van de vijf races waaraan hij deelnam, won hij er drie en werd tweemaal tweede. De naam Montermini werd in Italië al wat bekender, maar toch zou de racer tijdens zijn hele carrière een tekort aan sponsorgeld hebben.
In 1988 kwam de Italiaan aan de start van het Italiaanse Formule 3-kampioenschap. Daarin reed Montermini tegen enkele rijders die later ook in de Formule 1 zouden racen; Jacques Villeneuve, Emanuele Naspetti, ‘Mimmo’ Schiattarella en Franco Forini. Montermini tekende bij Automotor, een team dat startte met enkele slechte Ralt-Volkswagens. Tijdens het seizoen bleek duidelijk dat de wagen te slecht was om punten te scoren.
Het jaar daarop kreeg Montermini echter een competitieve wagen, toen hij overstapte naar Euroteam. Andrea maakte het verschillende rijders erg lastig in zijn Reynard Alfa Romeo en kon zelfs een overwinning behalen in Vallelunga. Uiteindelijk werd hij vierde met 27 punten. Gianni Morbidelli werd kampioen. In de Formule 3-race te Monaco, erg belangrijk omdat de F1-teams er aanwezig zijn, werd Montermini tweede.
De prestatie van Montermini viel bij de Scuderia Italia F1-team in de goede aard want hij kreeg in 1990 een contract als testrijder aangeboden. Tevens kwam Montermini in de F3000 terecht waar hij bij Madgwick International een heel seizoen mocht uitrijden. Teamgenoot bij Madgwick werd Jean-Marc Gounon, de Fransman die later opklom naar de F1, maar faalde en zijn heil zocht in de FIA GT en Franse Super Touringcars.
Het eerste seizoen van Andrea Montermini in de F3000 was niet schitterend, maar ook niet slecht. Opvallend was zijn pole positie in zijn eerste F3000-race, in Donington. Hij kon echter de eerste plaats niet behouden door een ongeval tijdens de race. Zijn seizoen werd gekenmerkt door het aantal opgaven. Maar de Italiaan werd toch tweede in Le Mans en derde in Jerez, wat op zich al geen slechte prestatie is. Hij sloot het seizoen als achtste met 13 punten af.
In 1991 kreeg Montermini een aanbod om testrijder van het Ferrari F1-team te worden, een onverhoopte kans om eindelijk naar de Formule 1 op te klimmen.
Montermini bleef, naast zijn rol als testrijder bij Ferrari, zich ook concentreren op het Formule 3000-kampioenschap. Hij tekende, samen met Gounon, een contract bij 3001 International. In vergelijking met de Reynard-Mugen van vorig seizoen was de Ralt-Cosworth een echte plaag. De wagen was op alle vlakken slecht. Toch kon Montermini bewijzen dat hij snel was en dat hij ook in slechte wagens kon racen. Een derde plaats in Jerez en Le Mans waren echter niet voldoende om mee te doen om de titel. Hij werd tenslotte tiende met 8 punten.
Het jaar daarop, in 1992, had Montermini eindelijk een wagen waarmee hij om de titel kon strijden. De eerste zes races van het seizoen reed hij bij Il Barone Rampante. Niemand minder dan Rubens Barrichello was zijn teamgenoot. In Barcelona behaalde de Italiaan zijn eerste F3000-overwinning en er zouden er nog volgen, maar dan wel bij een ander team. Door sponsorproblemen reed hij vanaf Spa-Francorchamps met een Reynard-Cosworth van team Forti. Meteen boekte hij een tweede overwinning, in Spa, en twee weken later voegde hij er een derde overwinning aan toe in Albacete.
De strijd om de titel zou tijdens de voorlaatste race beslecht worden, te Nogaro in Frankrijk. Montermini moest het daarin opnemen tegen Luca Badoer, een andere Italiaan. Badoer had aan een derde plaats genoeg om de titel te veroveren indien Montermini geen punten behaalde, want hij had een voorsprong van 6 punten op Montermini. Badoer won de race echter en Andrea Montermini werd pas vierde. Daarmee was de strijd om de titel beslecht. Tijdens de laatste race van het seizoen in Magny-Cours vielen beide rijders uit. Montermini eindigde tweede na Badoer met 34 punten.
Op 13 december 1992 werd in Buenos Aires om de wereldbeker voor F3000-wagens gestreden. Montermini won het evenement en behaalde daardoor toch nog een titel.
In 1993 reed Andrea Montermini amper races. Hij was al bijna 30 jaar oud. Benetton was het volgende F1-team dat hem een contract aanbood als testrijder.
Tijdens het jaar nam de Italiaan deel aan de ChampCar World Series waarin Nigel Mansell en Emerson Fittipaldi om de titel vochten. Montermini startte tijdens 4 races en het beste resultaat was een vierde plaats tijdens de Detroit Grand Prix. Hij beëindigde het seizoen als 18de met twaalf punten.
In 1994 kwam het langverwachte F1-debuut van de Italiaan. Hij nam deel aan de GP van Spanje, in een Simtek Ford, die net op de dag van zijn dertigste verjaardag zou vallen. Het werd echter geen dag om te feesten. Tijdens de kwalificatie, de dag voor zijn verjaardag, crashte Montermini hard in de bandenmuur nadat hij de controle over het stuur verloor. Daarna slingerde de onbestuurbare wagen over de baan en raakte de pitmuur en bleef tientallen meters verder eindelijk staan. De crash was zo erg dat menig F1-kijker en fan terugdacht aan de crash van Ayrton Senna, amper 1 maand vroeger. Montermini kwam er met een voetblessure vanaf. Het racedebuut werd uitgesteld…
Een maand later startte Montermini weer in de Amerikaanse ChampCars waar hij aan drie races deelnam. Meer dan een zevende plaats in Toronto en een negende in Laguna Seca zat er niet in.
Het Pacific Grand Prix-team bood Montermini een contract aan voor een heel seizoen Formule 1 in 1995. Niemand wilde voor het team racen omdat het in 1994 amper startte. De wagen was erg slecht en het was dan ook niet verwonderlijk dat Montermini altijd achteraan op de grid te vinden was. De Pacific-rijders Gachot en Montermini konden niet veel tonen. Het enige lichtpuntje was een negende plaats voor Montermini in Brazilië na het uitvallen van zowat het hele rijdersveld. Montermini kreeg tijdens het seizoen verschillende teammaats. Behalve Betrand Gachot reden ook Giovanni Lavaggi en Jean-Denis Deletraz enkele races voor het team.
Tijdens de GP van Europa op de Nürburgring, die in vochtige omstandigheden verreden werd, vocht Montermini zowaar tegen de McLarens van Häkkinen en Blundell. Uiteindelijk moest de Italiaan opgeven nadat hij over de benen van een lid van zijn pitcrew reed en uiteindelijk geen benzine meer had.
Tegen het einde van het jaar stopte Pacific Grand Prix z’n Formule 1-programma omdat het teveel geld kostte en er werden geen goede prestaties behaald. Het team deed verder in de F3000 in 1996 en in oktober van 1997 stopte het team al zijn autosportactiviteiten.
Andrea Montermini keerde terug naar zijn vroegere team Forti dat ondertussen de overstap naar de F1 had gemaakt. Forti had dezelfde problemen als Pacific; een slechte wagen en amper geld. Technisch directeur Sergio Rinland verliet het team al na enkele weken omdat hij zag dat het niet makkelijk zou worden. Daarom werd de wagen uit 1995 gebruikt met een kleine update. Al na het eerste raceweekend van het jaar in Australië leek het al een echte ramp te worden. Montermini en zijn vroegere rivaal Luca Badoer, nu zijn teammaat, konden zich niet kwalificeren. Daarna volgden races vol tegenslag. Toen Forti George Ryton tot technisch directeur benoemde werd er een nieuwe wagen gebouwd en kwam Forti vanaf de Spaanse GP met nieuwe wagen aan de start, maar ook dat mocht niet baten. Omdat motorenbouwer Ford niet meer betaald werd door het team, leverde het geen Cosworth-motoren meer aan het team. Het team ging failliet doordat er onenigheid bestond over wie de meeste aandelen bezat van het team.
Montermini stapte, na zijn F1-avontuur, in 1997 over naar de IMSA Sportscars. De Italiaan kreeg als teamgenoot de Braziliaan Antonio Hermann naast zich in de Ferrari 333 SP.
Z’n eerste optreden was tijdens de 12 Uren van Sebring, een zeer bekend sportevenement in de Verenigde Staten. De Ferrari met Montermini, Hermann, de Belg Didier Theys en de Italiaan Moretti staakte de strijd al zeer vroeg, terwijl ze tijdens de kwalificatie de derde snelste tijd reden. In totaal behaalde het duo Hermann-Montermini drie overwinningen (Lime Rock, Pikes Peak en Sebring) en eindigde zesde in het kampioenschap met 175 punten.
Tom Walkinshaw zocht in 1998 een derde rijder voor zijn Nissan R390 GT1 die aan de 24 Uren van Le Mans zou deelnemen. Montermini leek een geschikte keuze na de goede prestaties in de Sportscars het jaar voordien. Als teammaats kreeg de Italiaan de Nederlander Jan Lammers en de Fransman Erik Comas naast zich. Het trio eindigde de race als zesde, op negen ronden van de winnaars Aiello, McNish en Ortelli.
In 1999 nam de Italiaan opnieuw deel aan de 24 Uren van Le Mans. Met teammaten Alex Caffi en ‘Mimmo’ Schiattarella reed Montermini een mooie race aan het stuur van de Courage C52 en eindigde net als het jaar tevoren 6de.
Eind 1999 reed Montermini een race in de ChampCar World Series. Als 25ste vertrokken eindigde hij 15de waardoor hij twee punten behaalde en 31ste werd in het kampioenschap.
Met zijn matige prestatie tijdens de enige race waaraan hij deelnam in de ChampCars van 1999 hoopte Montermini in 2000 opnieuw te kunnen racen, maar moest teleurgesteld een jaartje afwachten.
Pas in 2001 zat Andrea Montermini weer achter het stuur van een racewagen. In april reed hij met Sergey Zlobin, Fabian Peroni en Tony Ring tijdens de 24 Uren van Daytona, een race die meetelt voor het Grand Am-kampioenschap. De vier eindigden in hun Ferrari 355 GTS op een 36ste plaats, op 151 ronden van de winnaars.
In 2002 nam Montermini opnieuw deel aan de 24 Uren van Daytona in een Ferrari 360 Modena met Zlobin en Franco Bertoli. Het trio eindigde 27ste. Later dat jaar nam de Italiaan ook deel aan de 12 Uren van de Sebring, die deel uitmaakt van de American Le Mans Series. Met de Amerikanen Ryan Hunter-Reay en Peter Argetsinger was de race al vroeg gedaan door mechanische problemen. Na deze uithoudingsraces nam Montermini deel aan het FIA GT-kampioenschap. Samen met Christian Pescatori behaalden ze in hun Ferrari 360 Modena twee overwinningen in de N-GT-klasse en behaalden ook twee tweede plaatsen. Op het einde van het seizoen kreeg Montermini een andere teammaat, de Zwitser Iradj Alexander. Beide konden ze nog een derde plaats behalen in Enna Pergusa. In de N-GT-klasse eindigde Andrea Montermini als derde met 49,5 punten na kampioen Stephane Ortelli en… Christian Pescatori.
Na het seizoen in de FIA GT reed Montermini lange tijd niet, tot hij in oktober van 2003 weer achter het stuur kroop van een Ferrari 360 Modena tijdens de laatste race van het FIA GT-seizoen. Montermini moest na 55 ronden opgeven.
Dit jaar rijdt Andrea Montermini in de Porsche Supercup in het Walter Lechner Racing School team. Tijdens de tweede race in Monaco had de Italiaan een ongeval waardoor hij niet kon deelnemen aan de race. Op dit moment staat hij in de rangschikking vijfde met 72 punten gevolgd door onze landgenoot David Saelens met 69 punten.
Feiten
Geboortedatum: 30 mei 1964
Geboorteplaats: Sassuolo
Nationaliteit: Italiaan
F1 Statistieken
F1 Debuut: GP Spanje 1994 in Barcelona
Aantal Grand Prix’: 28
Aantal opgaven: 16
Aantal punten: 0
Beste startpositie: 19de
Beste resultaat: 8ste
WK Klasseringen
1994: Simtek Ford, geen punten
1995: Pacific Ford, geen punten
1996: Forti Ford, geen punten