Voormalig F1-rijder Niki Lauda is van mening dat de verstelbare achtervleugel niet meer een dom snufje is. Maar was het dat ook in Melbourne?
In Melbourne konden we constateren dat het verstellen van de achtervleugel slechts 4 inhaalacties tot gevolg had. In ronde 5 was het Fernando Alonso die voorbij teamgenoot Felipe Massa geraakte. Dan gebruikte ook Jenson Button zijn achtervleugel niet veel later om Sebastien Buemi bij aankomst van bocht 1 te passeren. Tot slot ging Kamui Kobayashi dankzij het zogenaamde DRS nog voorbij Buemi en deed Massa exact het zelfde in ronde 49. Vrij opvallend is dat er telkens een duel was tussen een erg competitieve wagen en een minderwaardige wagen. Bijvoorbeeld Massa op Buemi.
Op een zeker ogenblik zagen we een vrij hevig gevecht tussen Felipe Massa en Jenson Button. Daaruit bleek alvast dat de beweegbare achtervleugel weinig nut heeft wanneer twee aan elkaar gewaagde wagens de strijd met elkaar aangaan. Bovendien gebruikte Button dan ook nog KERS op bepaalde delen van het circuit. Uiteindelijk geraakte zijn geduld op en passeerde hij de Braziliaan op strafbare wijze. Is de verstelbare achtervleugel nu een positief of negatief item naar de toekomst toe?
Meerdere teams beweren dat het systeem op andere circuits wel zal bijdragen tot meer inhaalacties en sensatie. Vooral het circuit van Shanghai zal meer duidelijkheid moeten scheppen.
“Er zijn circuits waar een sneeuwbal meer kans heeft om in de hel te overleven dan de kans op het slagen van de bedoeling van DRS. Er werd bovendien nooit gezegd dat het systeem op elk circuit naar behoren zou bijdragen aan sensatie. Momenteel zorgde het enkel voor een betere aansluiting op de voorgangers. In China zouden we meer inhaalacties moeten krijgen”, zo liet men bij Renault verstaan.
a:1:{s:9:”file_name”;s:33:”GEPA_full_5454_GEPA-280908191.jpg”;}
Gewoon nieuwsitem
a:0:{}