Tweevoudig F1-kampioen Mika Hakkinen vindt dat Lewis Hamilton en Max Verstappen vorig jaar heel grote risico’s namen in hun gevecht om de wereldtitel en dat ze veel vertrouwen hadden in de veiligheid van hun bolides.

Het was vorig jaar een enorm spannend gevecht om de wereldtitel tussen Max Verstappen en Lewis Hamilton. Beide kemphanen zochten in hun race naar de titel dikwijls de limieten op en in een paar gevallen gingen ze daar ook over, getuige daarvan zijn onder andere de incidenten in Silverstone en Monza. 

Gelukkig kwamen ze er steeds zonder kleerscheuren vanaf maar dat hebben ze ook vooral te danken aan hun bolides die superveilig zijn. Dat vindt ook tweevoudig wereldkampioen Mika Häkkinen die in 1995 door het oog van de naald kroop na een zware crash in Adelaide. 

 “Tegenwoordig zijn F1-bolides extreem veilig, en deze veiligheid waar de wagens en de circuits voor ontworpen zijn, geeft de rijders extra vertrouwen om deze risico’s te nemen,” zei Hakkinen.

“Het is echt complex als je op een bank zit, als je bij de Grand Prix bent en kijkt vanuit de Paddock Club of in de paddock, niet in de wagen zit en niet die druk hebt waarbij je weet dat aan het einde van het seizoen elk punt telt en dat je die risico’s moet nemen.”

Hakkinen begrijpt waarom deze rijders op het scherpst van de snee rijden maar hij legt uit waarom hij dat zelf nooit gedaan heeft.

“Is het mijn stijl om dingen te doen die die twee rijders deden? Niet echt,” aldus ’the flying Finn’.

“Het is niet mijn stijl en dat komt omdat ik een heel zwaar ongeluk heb gehad. Ik heb veel tijd in het ziekenhuis doorgebracht en ik ken de pijn als het fout gaat.”

“Deze twee rijders, die weten dat niet, dus nemen ze wel risico’s, hele zware risico’s, en ze vertrouwen veel op de veiligheid van de wagen en de veiligheid van de baan.”

“Dat is waarom ze het doen. Maar tegelijkertijd, ik zal het je vertellen, is het een show, de fans vinden het geweldig. Ze gaan uit hun dak.”