Voormalig McLaren-mecanicien Mark Priestley vertelt dat hij en zijn collega’s vochten om niet aan de wagen van Lewis Hamilton te moeten werken tijdens zijn debuutseizoen in de Formule 1.
Lewis Hamilton maakte in 2007 zijn debuut in de Formule 1 bij McLaren, dit nadat hij zich het jaar voordien tot GP2-kampioen had gekroond. Hij werd gekoppeld aan de regerende wereldkampioen Fernando Alonso, die uiteraard gezien werd als de leider van het team en de favoriet om zijn titel te verlengen.
Er waren ook maar weinig mecaniciens die vrijwillig wilden werken aan de wagen van Lewis Hamilton, vertelt Mark Priestley in de ‘Pitlane Life Lessons’-podcast.
“De mecaniciens en ingenieurs kibbelden onder elkaar, vochten om aan Fernando’s auto te komen,” aldus Priestley. “Ze wilden niet aan Lewis’ auto werken omdat niemand tijdens zijn debuutseizoen veel van hem verwachtte.”
“Als mecanicien of ingenieur wil je dat wereldkampioenschap net zo graag winnen als de rijders, en dus had je natuurlijk de beste kans om dat te doen door aan de auto van de huidige wereldkampioen te sleutelen, althans dat dachten we.”
“Vrijwel iedereen in de fabriek had verwachtingen, vooral toen we ons realiseerden dat we een snelle auto hadden, dat Fernando onze man was om de grote resultaten te leveren.”
Het werd echter al snel duidelijk dat er rekening moest gehouden worden met Lewis Hamilton en de strijd tussen de twee teamgenoten werd niet alleen op de baan uitgevochten. Achter de schermen heerste er ook een explosieve sfeer maar McLaren weigerde teamorders te geven.
Kimi Raikkonen liet het niet aan zijn hart komen en speelde in zijn Ferrari de spreekwoordelijke derde hond die er met de wereldtitel vandoor ging.
Als Fernando Alonso nu terugkijkt op dat bewuste seizoen concludeert hij dat het zijn reputatie beschadigd heeft.
“Door 2007 en het vechten met Hamilton in een Brits team, in een Britse omgeving, hebben de mensen een verkeerd beeld van mij gekregen en hebben ze een verkeerde indruk van mij verspreid”, aldus de Alpine-coureur.
“Iedereen is verbaasd hoe goed ik me voel en hoe gelukkig ik nu ben. Ik denk dat ik niet veel veranderd ben. Ik ben vandaag gelukkig, maar ik denk niet dat ik in de laatste seizoenen niet gelukkig was.”
