Mika Hakkinen: 11 jaar Formule 1

Mika Häkkinen heeft in het weekend van de Grote Prijs van Duitsland, op 27 juli 2002, besloten te kappen met de Formule 1. De tweevoudig wereldkampioen van McLaren kende in 2001 een rampjaar, besloot een sabbatjaar te nemen, om dan in 2003 terug te keren. Dit doet de familieman niet: hij besloot om zijn zoon Hugo te zien opgroeien, samen met vrouw Erjaien zijn. Hij heeft het hoogste in de Formule 1 bereikt: “The Flying Fin” werd 2 keer wereldkampioen, en was 11 seizoen aanwezig in de Formule 1. Een overzicht van de racecarrière van Mika Häkkinen, de beste Fin in de Formule 1 tot op heden:

Mika Pauli Häkkinen zag het zonlicht op 28 september 1968 te Helsinki in Finland. Mika was geboren voor de racerij: op zijn zesde kreeg hij een kart van de Finse rally-legende Henri Toivonen. Van 1974 tot 1986 was hij aanwezig in de kart, en werd vijfmaal Fins kampioen. Dit was in 1981, en van 1983 t.e.m 1986. In de kart won hij ook volgende hooggeprezen races: regionaal kampioenschap Keimola (’78), regionaal kampioenschap (’79), hij werd vierde in het kartkampioenschap van Lapland in 1980, en in 1982 de memorial van Ronnie Peterson, die omkwam in een F1-wagen.

In 1987 maakte hij de overstap naar zijn eerste eenzitters. Hij reed in de Formule Ford 1600, en won het Fins, Zweeds en Nordic kampioenschap. Een jaar later werd hij Europees kampioen in de Opel Lotus Challenge: het was een nipte titel, waarbij hij met één punt voorsprong won voor Henrik Larsen. Huidig Toyotarijder Allan McNish werd daar derde. In datzelfde jaar werd hij tweede achter McNish in de GM Vauxhall-Lotus Challenge. In 1989 werd hij zevende in het Britse F3-kampioenschap, dat gewonnen werd door Allan McNish. Ook won hij de Cellnet F3 superprix met een Honda in Brands Hatch. In zijn tweede jaar in de Britse Formule 3 werd hij kampioen, voor zijn landgenoot Mika Salo. Ook won hij in Imola een F3-race. In 1990 maakt hij voor het eerst kennis met ene Michael Schumacher. In de Macau F3-race wint hij het eerste deel, ma na contact in het tweede met Schuamcher wint de Duitser, tot grote frustratie van Mika.

Zonder uit te komen in de F3000 gaat Häkkinen naar de Formule 1 in 1991. Manager Keijo ‘Keke’ Rosberg was de basis voor Mika’s succes in de Formule 1. Mika wilde naar het circus, maar op aanraden van Rosberg waagde de Fin het in de autosport, met de gevolgde succesen. Hij debuteerde in een Lotus-Judd in de GP van Amerika in Phoenix. Hij kwalificeerde zich als 13e, zijn beste startplaatst dat jaar met de zwakke Lotus, maar viel uit. In zijn 2e race kon hij de finish wel bereiken. Punten scoorde de Fin al in zijn derde Grote Prijs: in de GP van San Marino te Imola werd hij vijfde, na van een 25e plaats op de startgrid gestart te hebben. Hij eindigde wel op 5 ronden van de winnaar. Hakkinen startte altijd achteraan op de grid, en kon zich in Frankrijk niet kwalificeren en behaalde slechts 2 punten.

In 1992 gaat het al heel wat beter. Häkkinen finisht regelmatig in de punten en eindigt het kampioenschap op een achtste plaats met 11 punten. In San Marino kon hij zich niet kwalificeren, uitgerekend het circuit waar hij zijn eerste punten scoorde. Mika kon zich in Suzuka en Estoril het best kwalificeren op een 7de stek. Zijn beste finish was een 4de in Frankrijk en Hongarije.

Mika had talent, en dat hebben ze bij McLaren ook gezien. Ayrton Senna wilde opstappen om naar een meer competitief team te trekken, Häkkinen werd als vervanger ingehaald. Maar Senna komt op zijn beslissing terug, en de Fin wordt noodgedwongen testrijder. Tweede rijder bij McLaren was Michael Andretti, en de Amerikaan presteerde verre van goed, en Häkkinen verving hem in de laatste 3 races. Zijn debuut bij McLaren was ongelooflijk schitterend: hij was sneller in de kwalificatie dan recordhouder poles Ayrton Senna! Zijn stoeltje voor 1994 was meer dan een feit. Uit de 3 races in 1993 kwalificeerde hij zich altijd in de top-5, en behaalde hij in Japan zijn eerste podiumplaats toen hij als derde over de eindstreep kwam.

In 1994 was Häkkinen eerste rijder na het vertrek van Senna naar Williams. De Fin behaalde meer de finish niet, maar in zijn finishes scoorde hij toch altijd punten, en werd opgemerkt door enkele mooie podiumplaatsen. Zo werd hij tweede in de GP van België. Hij behaalde 26 punten, goed voor een vierde plaats in het wereldkampioenschap. Met zijn teamgenoot Martin Brundle kende hij geen problemen: hij was altijd sneller in kwalificatie. 1 maal werd Mika geband voor een race: Ayrton Senna en Roland Ratzeneberger kwamen al om in Imola, en in Silverstone en Hockenheim reed de Fin roekeloos, met als gevolg één race ban. Bij McLaren leert hij teambaas Ron Dennis kennen, en bouwt er een unieke vriendschap mee op.

1995 is het jaar van de verschrikkelijke crash van de Fin. In Adelaide tijdens de GP van Australië, de laatste van het seizoen, krijgt Häkkinen af te rekenen met een lekke band. Zijn McLaren-Mercedes crasht zwaar, Mika raakt in coma en er wordt voor zijn leven gevreesd. De Fin is echter een sterk persoon, geeft niet op, ondanks de lichte doofheid aan de linkerkant, en nog tijdens de voorbereiding op 1996 valt hij op door de sterke prestaties in de wintertests. Mika is back!

En het jaar na zijn crash in Adelaide bewijst hij dit naast de tests ook in de race. Hij behaalt 31 punten, en eindigt als vijfde in het WK. In 1996 heeft hij er een nieuwe teammaat bij: David Coulthard. De Schot zal altijd de teammaat van Häkkinen blijven tot zijn einde in de Formule 1. In 1996 is Mika de tot op één na beste rijder qua finishes: hij geeft slechts 4 keer op.

In 1997 moet Häkkinen onderdoen voor zijn teamgenoot, die 9 punten meer behaald dan de 27 punten van de Fin. Wél is er een hoogtepunt gekomen in de carrière van de Fin: hij behaalt zijn allereerste zege in de Formule 1. Hij wint voor later wereldkampioen Jacques Villeneuve in de beruchte race van Jerez ’97. Villeneuve nam geen risico’s na de aanrijding van Michael Schumacher en liet Mika makkelijk passeren. In datzelfde jaar behaalt hij zijn eerste pole.

1998, jaar van dominantie van McLaren, dat de constructeurstitel én rijderstitel wint. Mika Hakkinen wint in de laatste race de titel, ten koste van Michael Schumacher. Hij eindigt het seizoen met 8 zeges en 9 poles. Zijn ‘slechtse’ kwalificatie is een derde tijd. Een dubbel en dik verdiende titel voor de Fin, die in de openingsrace wel zijn zege aan teamgenoot David Coulthard moet danken, nadat die teamorders kreeg. Maar de titel blijft verdiend.

Mika kan het seizoen 1999 starten met als nummer 1 op zijn wagen. De start is goed, en bij het ongeval van titelrivaal Michael Schumacher in Silverstone lijkt zijn tweede wereldtitel al snel een feit. Echter biedt de tweede Ferrari-rijder Eddie Irvine mooi weerstand, en kan de Fin zijn tweede titel pas behalen in de laatste race.

In 2000 wil de Fin zijn derde opeenvolgende titel behalen, maar kent een slechte start van het seizoen met veel pech, en de dominantie van Michael Schumacher doet hem geen goed. Hij wordt uiteindelijk tweede. In Belgie reed hij zijn beste race van dat seizoen: zijn inhaalmanouevre op Zonta en Michael Schumacher in Eau Rouge was gewoon schitterend, en bewees de capaciteiten van de Fin. Een jaar later gaat het nog meer bergaf. De Fin staat meermaals stil op de startgrid. In Spanje verliest hij zijn zege in de laatste ronde door de onbetrouwbaarheid van de McLaren. Toch kan hij tweemaal winnen in Silverstone en Indianapolis, meteen zijn laatste zege uit zijn carrière. Mika kondigt wel een sabbatjaar aan, maar het zal meteen ook zijn einde van de loopbaan van de Fin zijn. Hij wil zijn zoon Hugo zien opgroeien en bewijst dat hij een familieman is. Mika kende een mooie carrière, en bewees overduidelijk zijn plaatsje. We zullen je missen, Mika!

Reacties na aankondiging afscheid Häkkinen:
Michael Schumacher: “Het is echt jammer. Ik heb altijd van mijn gevechten met hem genoten, maar om eerlijk te zijn, zou ik meer verrast zijn moest hij besloten hebben om terug te keren. Mika heeft besloten van het leven te genieten en wie kan hem dat kwadelijk nemen?”

Ron Dennis: “Ik weet dat het geen gemakkelijke beslissing was, maar het team wenst hem en zijn familie al het beste in de toekomst.”

Statistieken:
Aantal races: 161
Aantal zeges: 20
Aantal podiumplaatsen: 51
Aantal WK-punten: 420
Aantal poles: 26
Aantal snelste ronden: 25

Eindstanden wereldkampioenschappen:
1991: Lotus-Judd 15de met 2 ptn
1992: Lotus-Ford 8ste met 11 ptn
1993: McLaren-Ford 15de met 4 ptn
1994: McLaren-Peugeot 4de met 26 ptn
1995: McLaren-Mercedes 7de met 17 ptn
1996: McLaren-Mercedes 5de met 31 ptn
1997: McLaren-Mercedes 6de met 27 ptn
1998: McLaren-Mercedes 1ste met 100 ptn
1999: McLaren-Mercedes 1ste met 76 ptn
2000: McLaren-Mercedes 2de met 89 ptn
2001: McLaren-Mercedes 4de met 49 ptn

Mika’s helm:
“Ik koos het ontwerp van mijn helm toen ik begon met karten. Ik kwam uit voor het Blue Rose team en had een zwak voor hun kleuren. De basis van het ontwerp bestaat uit de nationale kleuren van Finland, en ik vond dat mooi. Ik kwam uit voor hetzelde team als rally-rijders Mika Sohlberg en Sebastian Lindholm, die ongeveer hetzelfde ontwerp als mij hadden.”

Mika’s wagens:
1991: Lotus 102 B – Judd V8
1992: Lotus 107 – Ford V8
1993: Marlboro McLaren MP4/8 – Ford V8
1994: Marlboro McLaren MP4/9 – Peugeot V8
1995: Marlboro McLaren MP4/10 – Mercedes-Benz V10
1996: Marlboro McLaren MP4/11 – Mercedes-Benz V10
1997: West McLaren MP4/12 – Mercedes-Benz V10
1998: West McLaren MP4/13 – Mercedes-Benz V10
1999: West McLaren MP4/14 – Mercedes-Benz V10
2000: West McLaren MP4/15 – Mercedes-Benz V10
2001: West McLaren MP4/16 – Mercedes-Benz V10

Mika’s teamgenoten:
1991: Julian Bailey, Johnny Herbert en Michael Bartels
1992: Johnny Herbert
1993: Ayrton Senna
1994: Martin Brundle
1995: Nigel Mansell en Mark Blundell
1996 – 2001: David Coulthard

Quotes:
“Vroeger vond ik dat meisjes in de pits niets te zoeken hadden.” – Mika over vrouwen in de paddock, maar dat veranderde sinds hij zijn vrouw Erja leerde kennen.

“Ayrton heeft mijn ogen geopend. Ik realiseerde me: Jezus, wat heb ik nog een lange weg te gaan.” – Mika over Ayrton Senna.

“Ik zag zijn ongeval live op tv in Parijs. Ik kon niets doen. Ik probeerde elke telefoon, maar niets lukte. De ochtend daarna kon ik een vlucht naar Australië nemen en na 24 uur vliegen wist ik hoe het met hem gesteld was, en als ik hem zag, zag ik dat het goed was.” – vrouw Erja over Mika’s ongeval.

“In 1995, na mijn zwaar ongeval heeft Erja haar baan voor me opgegeven zodat ze haar kon bekommeren om mijn herstel. Dit vergeet ik nooit.” – Mika met volle respect voor zijn vrouw Erja.

“Het was niet een situatie dat we elkaar niet konden rieken, we leefden gewoon niet in elkaars broekzak en om eerlijk te zijn, je teammaat is altijd je grootste rivaal op het circuit.” – David Coulthard over de goede samenwerking met de Fin, maar niets meer dan dat was het niet.

“Hoe meer ik realiseer wat er vandaag gebeurde, hoe blijer ik ben! Na alle ups en downs dit jaar is dit resultaat fantastisch.” – Mika over zijn eerste zege in de Formule 1.

“Mika kon al meer races winnen dit jaar, maar zijn wagen moest meer betrouwbaar zijn. Het was zijn tijd om te winnen.” – Jacques Villeneuve na de eerste zege van de Fin.

“Mika was veel sneller dan mij, en het team beval me hem dan ook te laten passeren.” – teamgenoot David Coulthard met een sombere blik op de eerste zege van Mika.

“Na de eerste zege komt de tweede veel makkelijker” – Niki Lauda na de eerste zege van Häkkinen.

“Nog nooit was een zege zo verdiend. Volgend jaar zal hij vliegen.” – Harvey Postlethwaite na de eerste zege van Mika, en ja, in 1998 vloog hij!

“Ik ben tevreden dat Mika wereldkampioen is, maar dat heeft hij ook aan mij te danken. Hij is 2 jaar jonger dan mij, maar dat kan veel verschil maken.” – Coulthard na de laatste race in 1998 toen zijn teamgenoot wereldkampioen werd.
Mika Häkkinen heeft in het weekend van de Grote Prijs van Duitsland, op 27 juli 2002, besloten te kappen met de Formule 1. De tweevoudig wereldkampioen van McLaren kende in 2001 een rampjaar, besloot een sabbatjaar te nemen, om dan in 2003 terug te keren. Dit doet de familieman niet: hij besloot om zijn zoon Hugo te zien opgroeien, samen met vrouw Erjaien zijn. Hij heeft het hoogste in de Formule 1 bereikt: “The Flying Fin” werd 2 keer wereldkampioen, en was 11 seizoen aanwezig in de Formule 1. Een overzicht van de racecarrière van Mika Häkkinen, de beste Fin in de Formule 1 tot op heden:
a:0:{}
Mika Pauli Häkkinen zag het zonlicht op 28 september 1968 te Helsinki in Finland. Mika was geboren voor de racerij: op zijn zesde kreeg hij een kart van de Finse rally-legende Henri Toivonen. Van 1974 tot 1986 was hij aanwezig in de kart, en werd vijfmaal Fins kampioen. Dit was in 1981, en van 1983 t.e.m 1986. In de kart won hij ook volgende hooggeprezen races: regionaal kampioenschap Keimola (’78), regionaal kampioenschap (’79), hij werd vierde in het kartkampioenschap van Lapland in 1980, en in 1982 de memorial van Ronnie Peterson, die omkwam in een F1-wagen.

In 1987 maakte hij de overstap naar zijn eerste eenzitters. Hij reed in de Formule Ford 1600, en won het Fins, Zweeds en Nordic kampioenschap. Een jaar later werd hij Europees kampioen in de Opel Lotus Challenge: het was een nipte titel, waarbij hij met één punt voorsprong won voor Henrik Larsen. Huidig Toyotarijder Allan McNish werd daar derde. In datzelfde jaar werd hij tweede achter McNish in de GM Vauxhall-Lotus Challenge. In 1989 werd hij zevende in het Britse F3-kampioenschap, dat gewonnen werd door Allan McNish. Ook won hij de Cellnet F3 superprix met een Honda in Brands Hatch. In zijn tweede jaar in de Britse Formule 3 werd hij kampioen, voor zijn landgenoot Mika Salo. Ook won hij in Imola een F3-race. In 1990 maakt hij voor het eerst kennis met ene Michael Schumacher. In de Macau F3-race wint hij het eerste deel, ma na contact in het tweede met Schuamcher wint de Duitser, tot grote frustratie van Mika.

Zonder uit te komen in de F3000 gaat Häkkinen naar de Formule 1 in 1991. Manager Keijo ‘Keke’ Rosberg was de basis voor Mika’s succes in de Formule 1. Mika wilde naar het circus, maar op aanraden van Rosberg waagde de Fin het in de autosport, met de gevolgde succesen. Hij debuteerde in een Lotus-Judd in de GP van Amerika in Phoenix. Hij kwalificeerde zich als 13e, zijn beste startplaatst dat jaar met de zwakke Lotus, maar viel uit. In zijn 2e race kon hij de finish wel bereiken. Punten scoorde de Fin al in zijn derde Grote Prijs: in de GP van San Marino te Imola werd hij vijfde, na van een 25e plaats op de startgrid gestart te hebben. Hij eindigde wel op 5 ronden van de winnaar. Hakkinen startte altijd achteraan op de grid, en kon zich in Frankrijk niet kwalificeren en behaalde slechts 2 punten.

In 1992 gaat het al heel wat beter. Häkkinen finisht regelmatig in de punten en eindigt het kampioenschap op een achtste plaats met 11 punten. In San Marino kon hij zich niet kwalificeren, uitgerekend het circuit waar hij zijn eerste punten scoorde. Mika kon zich in Suzuka en Estoril het best kwalificeren op een 7de stek. Zijn beste finish was een 4de in Frankrijk en Hongarije.

Mika had talent, en dat hebben ze bij McLaren ook gezien. Ayrton Senna wilde opstappen om naar een meer competitief team te trekken, Häkkinen werd als vervanger ingehaald. Maar Senna komt op zijn beslissing terug, en de Fin wordt noodgedwongen testrijder. Tweede rijder bij McLaren was Michael Andretti, en de Amerikaan presteerde verre van goed, en Häkkinen verving hem in de laatste 3 races. Zijn debuut bij McLaren was ongelooflijk schitterend: hij was sneller in de kwalificatie dan recordhouder poles Ayrton Senna! Zijn stoeltje voor 1994 was meer dan een feit. Uit de 3 races in 1993 kwalificeerde hij zich altijd in de top-5, en behaalde hij in Japan zijn eerste podiumplaats toen hij als derde over de eindstreep kwam.

In 1994 was Häkkinen eerste rijder na het vertrek van Senna naar Williams. De Fin behaalde meer de finish niet, maar in zijn finishes scoorde hij toch altijd punten, en werd opgemerkt door enkele mooie podiumplaatsen. Zo werd hij tweede in de GP van België. Hij behaalde 26 punten, goed voor een vierde plaats in het wereldkampioenschap. Met zijn teamgenoot Martin Brundle kende hij geen problemen: hij was altijd sneller in kwalificatie. 1 maal werd Mika geband voor een race: Ayrton Senna en Roland Ratzeneberger kwamen al om in Imola, en in Silverstone en Hockenheim reed de Fin roekeloos, met als gevolg één race ban. Bij McLaren leert hij teambaas Ron Dennis kennen, en bouwt er een unieke vriendschap mee op.

1995 is het jaar van de verschrikkelijke crash van de Fin. In Adelaide tijdens de GP van Australië, de laatste van het seizoen, krijgt Häkkinen af te rekenen met een lekke band. Zijn McLaren-Mercedes crasht zwaar, Mika raakt in coma en er wordt voor zijn leven gevreesd. De Fin is echter een sterk persoon, geeft niet op, ondanks de lichte doofheid aan de linkerkant, en nog tijdens de voorbereiding op 1996 valt hij op door de sterke prestaties in de wintertests. Mika is back!

En het jaar na zijn crash in Adelaide bewijst hij dit naast de tests ook in de race. Hij behaalt 31 punten, en eindigt als vijfde in het WK. In 1996 heeft hij er een nieuwe teammaat bij: David Coulthard. De Schot zal altijd de teammaat van Häkkinen blijven tot zijn einde in de Formule 1. In 1996 is Mika de tot op één na beste rijder qua finishes: hij geeft slechts 4 keer op.

In 1997 moet Häkkinen onderdoen voor zijn teamgenoot, die 9 punten meer behaald dan de 27 punten van de Fin. Wél is er een hoogtepunt gekomen in de carrière van de Fin: hij behaalt zijn allereerste zege in de Formule 1. Hij wint voor later wereldkampioen Jacques Villeneuve in de beruchte race van Jerez ’97. Villeneuve nam geen risico’s na de aanrijding van Michael Schumacher en liet Mika makkelijk passeren. In datzelfde jaar behaalt hij zijn eerste pole.

1998, jaar van dominantie van McLaren, dat de constructeurstitel én rijderstitel wint. Mika Hakkinen wint in de laatste race de titel, ten koste van Michael Schumacher. Hij eindigt het seizoen met 8 zeges en 9 poles. Zijn ‘slechtse’ kwalificatie is een derde tijd. Een dubbel en dik verdiende titel voor de Fin, die in de openingsrace wel zijn zege aan teamgenoot David Coulthard moet danken, nadat die teamorders kreeg. Maar de titel blijft verdiend.

Mika kan het seizoen 1999 starten met als nummer 1 op zijn wagen. De start is goed, en bij het ongeval van titelrivaal Michael Schumacher in Silverstone lijkt zijn tweede wereldtitel al snel een feit. Echter biedt de tweede Ferrari-rijder Eddie Irvine mooi weerstand, en kan de Fin zijn tweede titel pas behalen in de laatste race.

In 2000 wil de Fin zijn derde opeenvolgende titel behalen, maar kent een slechte start van het seizoen met veel pech, en de dominantie van Michael Schumacher doet hem geen goed. Hij wordt uiteindelijk tweede. In Belgie reed hij zijn beste race van dat seizoen: zijn inhaalmanouevre op Zonta en Michael Schumacher in Eau Rouge was gewoon schitterend, en bewees de capaciteiten van de Fin. Een jaar later gaat het nog meer bergaf. De Fin staat meermaals stil op de startgrid. In Spanje verliest hij zijn zege in de laatste ronde door de onbetrouwbaarheid van de McLaren. Toch kan hij tweemaal winnen in Silverstone en Indianapolis, meteen zijn laatste zege uit zijn carrière. Mika kondigt wel een sabbatjaar aan, maar het zal meteen ook zijn einde van de loopbaan van de Fin zijn. Hij wil zijn zoon Hugo zien opgroeien en bewijst dat hij een familieman is. Mika kende een mooie carrière, en bewees overduidelijk zijn plaatsje. We zullen je missen, Mika!

Reacties na aankondiging afscheid Häkkinen:

Michael Schumacher: “Het is echt jammer. Ik heb altijd van mijn gevechten met hem genoten, maar om eerlijk te zijn, zou ik meer verrast zijn moest hij besloten hebben om terug te keren. Mika heeft besloten van het leven te genieten en wie kan hem dat kwadelijk nemen?”

Ron Dennis: “Ik weet dat het geen gemakkelijke beslissing was, maar het team wenst hem en zijn familie al het beste in de toekomst.”

Statistieken:

Aantal races: 161
Aantal zeges: 20
Aantal podiumplaatsen: 51
Aantal WK-punten: 420
Aantal poles: 26
Aantal snelste ronden: 25

Eindstanden wereldkampioenschappen:

1991: Lotus-Judd 15de met 2 ptn
1992: Lotus-Ford 8ste met 11 ptn
1993: McLaren-Ford 15de met 4 ptn
1994: McLaren-Peugeot 4de met 26 ptn
1995: McLaren-Mercedes 7de met 17 ptn
1996: McLaren-Mercedes 5de met 31 ptn
1997: McLaren-Mercedes 6de met 27 ptn
1998: McLaren-Mercedes 1ste met 100 ptn
1999: McLaren-Mercedes 1ste met 76 ptn
2000: McLaren-Mercedes 2de met 89 ptn
2001: McLaren-Mercedes 4de met 49 ptn

Mika’s helm:

“Ik koos het ontwerp van mijn helm toen ik begon met karten. Ik kwam uit voor het Blue Rose team en had een zwak voor hun kleuren. De basis van het ontwerp bestaat uit de nationale kleuren van Finland, en ik vond dat mooi. Ik kwam uit voor hetzelde team als rally-rijders Mika Sohlberg en Sebastian Lindholm, die ongeveer hetzelfde ontwerp als mij hadden.”

Mika’s wagens:

1991: Lotus 102 B – Judd V8
1992: Lotus 107 – Ford V8
1993: Marlboro McLaren MP4/8 – Ford V8
1994: Marlboro McLaren MP4/9 – Peugeot V8
1995: Marlboro McLaren MP4/10 – Mercedes-Benz V10
1996: Marlboro McLaren MP4/11 – Mercedes-Benz V10
1997: West McLaren MP4/12 – Mercedes-Benz V10
1998: West McLaren MP4/13 – Mercedes-Benz V10
1999: West McLaren MP4/14 – Mercedes-Benz V10
2000: West McLaren MP4/15 – Mercedes-Benz V10
2001: West McLaren MP4/16 – Mercedes-Benz V10

Mika’s teamgenoten:

1991: Julian Bailey, Johnny Herbert en Michael Bartels
1992: Johnny Herbert
1993: Ayrton Senna
1994: Martin Brundle
1995: Nigel Mansell en Mark Blundell
1996 – 2001: David Coulthard

Quotes:

“Vroeger vond ik dat meisjes in de pits niets te zoeken hadden.” – Mika over vrouwen in de paddock, maar dat veranderde sinds hij zijn vrouw Erja leerde kennen.

“Ayrton heeft mijn ogen geopend. Ik realiseerde me: Jezus, wat heb ik nog een lange weg te gaan.” – Mika over Ayrton Senna.

“Ik zag zijn ongeval live op tv in Parijs. Ik kon niets doen. Ik probeerde elke telefoon, maar niets lukte. De ochtend daarna kon ik een vlucht naar Australië nemen en na 24 uur vliegen wist ik hoe het met hem gesteld was, en als ik hem zag, zag ik dat het goed was.” – vrouw Erja over Mika’s ongeval.

“In 1995, na mijn zwaar ongeval heeft Erja haar baan voor me opgegeven zodat ze haar kon bekommeren om mijn herstel. Dit vergeet ik nooit.” – Mika met volle respect voor zijn vrouw Erja.

“Het was niet een situatie dat we elkaar niet konden rieken, we leefden gewoon niet in elkaars broekzak en om eerlijk te zijn, je teammaat is altijd je grootste rivaal op het circuit.” – David Coulthard over de goede samenwerking met de Fin, maar niets meer dan dat was het niet.

“Hoe meer ik realiseer wat er vandaag gebeurde, hoe blijer ik ben! Na alle ups en downs dit jaar is dit resultaat fantastisch.” – Mika over zijn eerste zege in de Formule 1.

“Mika kon al meer races winnen dit jaar, maar zijn wagen moest meer betrouwbaar zijn. Het was zijn tijd om te winnen.” – Jacques Villeneuve na de eerste zege van de Fin.

“Mika was veel sneller dan mij, en het team beval me hem dan ook te laten passeren.” – teamgenoot David Coulthard met een sombere blik op de eerste zege van Mika.

“Na de eerste zege komt de tweede veel makkelijker” – Niki Lauda na de eerste zege van Häkkinen.

“Nog nooit was een zege zo verdiend. Volgend jaar zal hij vliegen.” – Harvey Postlethwaite na de eerste zege van Mika, en ja, in 1998 vloog hij!

“Ik ben tevreden dat Mika wereldkampioen is, maar dat heeft hij ook aan mij te danken. Hij is 2 jaar jonger dan mij, maar dat kan veel verschil maken.” – Coulthard na de laatste race in 1998 toen zijn teamgenoot wereldkampioen werd.