Special: Terugblik op de GP van België

Het is eindelijk weer zo ver. Volgende week wordt de grote prijs van België verreden op het circuit van Spa-Fancorchamps. Het moment waar elke Belgische en Nederlandse formule 1-fan naar uitkijkt.
Al in 1950, het eerste jaar dat het formule 1-kampioenschap werd georganiseerd, stond het circuit op de kalender. De eerste race die op het toen nog bijna 15 kilometer lang circuit werd georganiseerd, werd meteen geannuleerd omdat er maar één inschrijving was.

Drie jaar na de opening in 1921 werd voor het eerst de 24 uur van Spa georganiseerd. Het jaar daarop, in 1925, vond de eerste grand prix plaats op het Waalse circuit. De winnaar was Antonio Ascari, de vader van de wereldkampioen formule 1 van 1952 en 1953, Alberto Ascari.

Al snel kreeg het circuit, net als de Nurnburgring, een berucht karakter. Net als het Duitse circuit, dat 21 km lang was, eiste Spa-Francorchamps vele slachtoffers. Dat kwam mede doordat het een stratencircuit was, want tot 2000 was het stuk van La Source tot het einde van Kemmel Straight openbare weg. Dat had spoorvorming en aquaplaning tot gevolg. Een andere reden was dat men het circuit altijd maar sneller wou maken, ook al was het al het snelste in die tijd.

Net voor de Tweede Wereldoorlog, in 1939, werd het circuit hertekend, onder andere de Raidillon werd toegevoegd. Het circuit werd een van de bekendste ter wereld en steeg al snel boven het vooroorlogse succes uit. De formule 1 stopte tot 1971 elk jaar In Spa. Uitzonderingen waren 1957, 1959, 1969 en 1971. Daarna besloot men dat het Waalse circuit te gevaarlijk was.

In 1960 kwamen tijdens de grote prijs twee coureurs om het leven. Het begon al op zaterdag toen Stirling Moss zwaar crashte. De aandrijfas van zijn Lotus brak en de Engelsman brak zijn twee benen en zijn neus. Zijn teamgenoot Mike Taylor kreeg problemen met de besturing. Hij kwam terecht tegen een boom naast het circuit en brak heel wat botten. De Brit stopte met racen. Moss had nog een harde crash nodig voordat hij een einde aan zijn carrière maakte.

In ronde 20 van de race verloor Chris Bristow in de bocht “Burnenville” tegen ongeveer 200 km/h de controle over het stuur. Hij vloog van de baan, reed tegen een vanghek en vloog uit zijn Cooper tegen een prikkeldraad en werd zo onthoofd.

Vijf ronden later verongelukte Alan Stacey op dezelfde plaats. Stacey kreeg een vogel tegen zijn gezicht. Hij verloor de controle over het stuur en vloog over een aarden wal, door een heg en werd uit zijn auto geslingerd. Hij was op slag dood. Het zou tot Imola 1994 duren, voordat er nog eens zo ’n rampweekend zou zijn.

Omdat Spa-Francorchamps werd verbouwd moest men op zoek naar een ander circuit. Men besloot een beurtrol tussen de splinternieuwe omloop van Nijvel en die van Zolder in te lassen. Het circuit van Nijvel was te veilig door de grote uitloopstroken en dus saai voor die tijd. Na 1972 zat de boekhouding van het circuit al in zak en as. In 1974 werd er weer een grote prijs georganiseerd, die weer werd gewonnen door Emerson Fitipaldi. In 1976 was er geen geld meer voor een grand prix in Nijvel. Zolder zou de volgende jaren de grote prijs van België organiseren. Het circuit werd later omgebouwd tot industrieterrein.

Zolder had ook zijn eigen problemen. Vlak voor de eerste grand prix op het Limburgse circuit bleek dat het asfalt het begaf onder alle pk’s van de formule 1-wagens. De rijders klaagden, maar de race ging door, met een nieuwe ondergrond. Alles leek goed te gaan met een grote prijs in Zolder.

In 1982 sloeg het noodlot ook toe in Limburg. Tijdens de kwalificaties kon Gilles Villeneuve zijn ongenoegen over zijn snellere teammaat niet verkroppen. Hij racete terug naar de pits, met versleten banden. Juist na de Sacramentsheuvel wou hij voorbij Jochen Mass. De Duitser ging aan de kant, maar Villeneuve koos dezelfde lijn. De Canadees werd gelanceerd door de March van Mass. De motor van de Ferrari vloog uit de carrosserie net als de rijder zelf. De vader van de wereldkampioen van 1997 verloor in zijn vlucht zijn helm. Dat leverde hem meerdere schedelbreuken op. De echte reden voor de dood van Villeneuve waren de uiteengerokken nekwervels. Later die dag besloot men in samenspraak met zijn vrouw Joan om hem niet meer kunstmatig in leven te houden.

Een jaar later was Spa-Fancorchamps gerenoveerd. Het zou tot 2007 duren voordat de omloop nog eens zou veranderen. Van Les Combes tot La Source werd het circuit hertekend. Het werd met zijn 7 km het langste circuit van de formule 1-kalender. Het asfalt in Spa had hetzelfde probleem als dat van Zolder vroeger .Daarom kreeg Zolder in 1984 voor de tiende en laatste keer het formule 1-circus op bezoek.

In 2003 kreeg België geen grote prijs. Door een verbod op tabaksreclame tijdens sportevenementen kon de grote prijs niet doorgaan. Een jaar later kon men het op een akkoord gooien met Bernie Ecclestone. Daardoor kon men in het vervolg gewoon blijven rijden op Spa-Francorchamps. Later werd de wet op het verbod van tabaksreclame Europees.

De laatste keer dat er geen Belgische GP was, was in 2006. Toen werd de omloop heraangelegd. De busstopchicane werd verbouwd tot nog maar één chicane in plaats van twee. Ook werd de muur bij La Source vervangen door een uitloopstrook met stukken kunstgras naast het circuit.

Op het circuit van Spa-Francorchamps is er maar één man die zes keer won: Michael Schumacher. De zevenvoudig wereldkampioen maakte er in 1991 zijn debuut in een Jordan. Eén jaar later sleepte de Duitser er zijn eerste zege in de wacht.

Ayrton Senna won vijf keer in de Ardennen, waarvan vier keer opeenvolgend. Jim Clark en Kimi Raikonnen slaagden er allebei in vier keer victorie te kraaien. Raikonnen kwam altijd als winnaar over de finishlijn, want in de Belgische gp’s die hij niet won finishte hij niet. Juan Manuel Fangio en Damon Hill waren de overigen die drie keer wisten te winnen.

De meest memorabele grote prijzen op Spa-Francorchamps waren die van 1998 en 2008. In 1998 regende het pijpenstelen en besloot de FIA toch te starten zonder de safetycar te laten leiden. Alles ging goed door La Source, maar daarna crashte David Coulthard in de muur aan de binnenkant van het parcours. De Schot stuiterde terug en werd aangereden door de rest van het veld. De massale crash eiste dertien slachtoffers.

Om te illustreren hoe erg de chaos was: Murray Walker, commentator voor BBC sinds 1948, beschreef het als de ergste start die hij ooit gezien had. De race startte een uur later opnieuw met nog zestien wagens. Weer was er een crash, maar deze keer in de achtergrond, tussen Mika Hakinnen en Johnny Herbert. Ook David Coulthard vloog van de baan, maar kon nog verder. Hill leidde de race, maar werd door Michael Schumacher ingehaald.

De toen nog tweevoudig wereldkampioen verprutste zijn eigen race door te laat uit de slipstream van David Coulthard te komen. De Duitser crashte achter op de McLaren en verloor zijn rechtervoorwiel. Schumacher zou nog lang de schuld in de Coulthards schoenen schuiven, maar heeft sinds kort toch toegegeven dat die opinie fout was. Razend stapte hij naar de pitbox van McLaren waar ze hem afkoelden en terugstuurden naar Ferrari.

Alsof er nog niet genoeg spektakel was zorgde Ralf Schumacher voor nog wat extra. Hij zette succesvol de jacht in op zijn teamgenoot bij Jordan, Damon Hill. De Brit verstuurde een duidelijke boodschap naar Eddie Jordan. “Ik ga je nu iets duidelijk maken en ik denk dat het beter is dat je er naar luistert. Als wij twee racen dan kan het zijn dat we eindigen met niets dus het is aan Eddie (Jordan) om te beslissen. Als we niet racen hebben we de kans om eerste en tweede plaats te behalen. Het is jouw keuze.”

De Ier stuurde nog een duidelijkere boodschap naar de jongste Schumacher. “Ralf, je mag Damon niet inhalen. Dit is een teamorder.” De Duitser zijn bevestiging liet op zich wachten, maar hij moest uiteindelijk toch toegeven aan het team, met erge tegenzin. Er werden na de vele crashes acht deelnemers opgenomen in de uitslag.

Tien jaar later zat het venijn hem in de staart. Drie ronden voor het einde begon het te regenen. Dat zorgde ervoor dat Lewis Hamilton Kimi Raikonnen nog kon bijhalen. De twee vechten een heerlijk duel uit op, maar vooral naast de baan. Uiteindelijk crasht Raikonnen en komt Hamilton als eerste over de finishlijn. In de achtergrond maakten degenen die stopten voor regenbanden veel posities goed. Zo kon Nick Heidfeld bijvoorbeeld opschuiven van de negende naar de derde plaats. Na de race kreeg Lewis Hamilton 25 strafseconden voor het inhalen door het afsnijden van de chicane. Hij werd zo alsnog derde.

De kans dat de FIA nog een zeer natte race laat starten zonder de safetycar er voor is klein, maar toch hopen we op een zo spectaculair mogelijke, maar zeker een mooie en goede race.

image

image

image

image

image

image

image

image

image

image

image

image

image

Wie kent bovenstaande muzikale schoonheid nog die destijds samen met de Red Bull Formula Una’s het mooie weer mocht maken?
a:0:{}
Gewoon nieuwsitem
a:0:{}