ANALYSE: Hamilton in 2012: het jaar van de verloren kansen

De transfer van Lewis Hamilton van McLaren naar Mercedes is dit seizoen de opvallendste transfer binnen de F1-wereld. Waarschijnlijk zitten de vele foutjes die het team dit jaar maakte daar voor iets tussen en het zal weinigen ontgaan zijn wat Hamilton dit jaar – en dan vooral tijdens de tweede seizoenshelft – allemaal heeft meegemaakt met een bolide die in het begin van het seizoen ongenaakbaar leek. Tijd voor een round-up waaruit blijkt dat een goede rijder zeker niet volstaat om wereldkampioen te worden, maar dat een goede en betrouwbare wagen, een goed team en de nodige portie geluk even essentieel zijn.
image
In Maleisië beslisten twee trage pitstops door het McLaren-team in zijn nadeel, maar Hamilton kon vanuit een achtste positie toch nog derde worden in de race.

In China verliep alles volgens plan voor McLaren, maar daar stuitte hij op een absoluut ongenaakbare Nico Rosberg en werd er derde.

In de vierde race van het seizoen in Bahrein werden opnieuw beide pitstops een flop waardoor hij terugviel van plaats twee naar plaats veertien, maar toch nog een achtste plaats uit de brand kon slepen.

Na de kwalificatie van de GP van Spanje – waarin Hamilton de snelste was – werd hij teruggezet naar de allerlaatste plaats op de startgrid omdat zijn team te weinig brandstof in zijn wagen had gedaan. Opnieuw een foutje van zijn team dus dat hen heel wat punten kostte en daarenboven was zijn eerste pitstop tijdens de race opnieuw niet volledig zuiver, nadat iemand van de pitcrew een net vervangen band niet tijdig wegnam en Hamilton erover reed.

De volgende twee races in Monaco en Canada verliepen zonder noemenswaardige problemen voor Hamilton. In Canada werd hij de zevende verschillende winnaar van het seizoen en stond hij zelfs voor het eerst dit seizoen aan de leiding van de WK-stand.

In Valencia leek hij op weg naar een podiumplek, maar werd hij in de voorlaatste ronde van de baan getikt door Maldonado die van buiten het circuit in de zijkant van Hamilton zijn bolide reed.

Tijdens de grote prijs van Duitsland reed hij vanop de achtste plaats over enkele brokstukken van Massa en liep zo een lekke band op. Hij gaf uiteindelijk op.

De volgende race, die van Hongarije, had Hamilton een vlekkeloze race en werd eerste voor beide Lotusrijders.

In Spa koos Hamilton voor een high-downforce setup die hem in de kwalificatie een voordeel zou moeten opleveren, maar hij kon uiteindelijk slechts vanop de achtste plaats starten. Tot overmaat van ramp werd hij in de eerste bocht al uitgeschakeld door een veel te roekeloze Romain Grosjean, die niet alleen Hamilton, maar ook Alonso en enkele andere rijders van het circuit maaide.

Het volgende weekend stond de klassieker in Monza op de agenda. Daar won Hamilton de race, terwijl nu Button het slachtoffer was door een probleem met de alternator.

Twee weken later op het stratencircuit van Singapore was het de versnellingsbak van zijn MP4-27 zelf die de geest gaf in de 23ste ronde toen hij op de eerste plaats ‘rondcruisde’ zoals hij het na de wedstrijd omschreef en zo goed als zeker 25 kostbare punten verloor.

Japan en Zuid-Korea waren twee races om snel te vergeten met een probleem aan de achterste anti-roll bar in Japan en een compleet falen ervan in Zuid-Korea waar hij respectievelijk vijfde en tiende werd.

In India werd hij op zijn waarde geklopt door Vettel, Alonso & Webber en werd hij vierde. De race in Abu Dhabi had dan weer veel gelijkenissen met Singapore enkele weken terug. Hamilton startte er vanop pole en leek onbedreigd naar de overwinning te rijden tot zijn bolide het in de 20ste ronde het begaf na een eerste safety car periode. Opnieuw verloor hij hier 25 cruciale punten. Door de tegenslag van Hamilton kon Kimi Räikkönen zeer verdiend zijn eerste overwinning sinds zijn comeback in de F1 bemachtigen.

In Texas vertrok Hamilton vanop de tweede plaats op de startgrid en haalde hij op minder van tien ronden van het einde Sebastian Vettel in om als winnaar over de streep te komen en zo de titelstrijd nog wat spannend te houden.

Tijdens zijn (voorlopig) laatste race voor McLaren in Brazilië kwalificeerde hij zich er zich voor de eerste maal op pole, maar viel nog maar eens uit toen hij vanop de eerste plaats werd aangetikt door Hulkenberg. Hiermee verloor Hamilton de kans om voor de vijftigste keer voor McLaren op het podium te staan als F1-rijder.

Wat vooral opvalt is dat Hamilton dit seizoen in iedere race die hij uitreed punten scoorde voor zichzelf en zijn team. Zijn zes opgaves dit seizoen (Spanje, Duitsland, België, Singapore, Abu Dhabi en Brazilië) waren daarenboven telkens door overmacht. Als slechts vier van deze zes opgaves en het benzineprobleem in Valencia niet gebeurd zouden zijn, zou Hamilton maar eventjes ongeveer 115 punten extra op zijn conto gehad hebben. En dan zijn de vele pitstopfoutjes nog achterwege gelaten. Puur mathematisch zou Hamilton met enkel en alleen deze 115 punten erbij 60% meer punten gescoord hebben dan nu het geval is (190), met andere woorden, dan zou hij een totaal van 305 punten gescoord hebben en zou dat hem vlotjes zijn wereldtitel opgebracht hebben.

geschreven door Elias Vynckier
a:0:{}
Gewoon nieuwsitem
a:0:{}