De F1 van een andere kant belicht: het medische team

Vele fans beleven de Formule 1 maar van één kant, namelijk als toeschouwer van een race. Er is echter een heel team achter de schermen bezig om de F1 in stand te kunnen houden. Een deel van dat team is de medische brigade, die hoogst noodzakelijk is bij deze levensgevaarlijke sport.


De veiligheid binnen de Formule 1 is aanzienlijk gegroeid door de jaren heen. Zo hebben ze bijvoorbeeld de maximum snelheid in de pitstraat van 60 km/u tijdens de vrije trainingen en 80km/u tijdens de kwalificatie en de race. Niet enkel regels hebben de veiligheid bevorderd, maar ook het medische team is er sterk op vooruitgegaan. Mettertijd is men erachter gekomen dat bij een crash of ongeluk elke seconde telt. Snelheid is dus erg belangrijk.

Er zijn acht gespecialiseerde wagens op het circuit zelf te vinden. De vier salvage cars (S-wagens) beschikken over hydraulisch reddingsgereedschap, brandblussers en ander materiaal dat nodig zou kunnen zijn voor de bevrijding van een rijder. De twee rescue cars (R-wagens) bestaan uit een dokter en vier verplegers. De S- en R-wagens moeten binnen dertig seconden op de plek van het ongeval ter plaatse zijn. Verder zijn er ook nog twee extractie teams en een medische wagen ter plaatse.

De bestuurder van de medische wagen is niet zomaar lukraak gekozen. Alan van der Merwe won onder andere het Brits F3 kampioenschap en was testpiloot van BAR-Honda. Van der Merwe moet snel zijn, maar ook voorzichtig om geen ongevallen met andere piloten of baancommissarissen te veroorzaken. Iedere morgen van een Grand Prix weekend wordt de medische reservewagen op het circuit getest. Dat gebeurt zeer uitgebreid op donderdag. Men doet dit om te testen hoelang de banden het volhouden om met zoveel gewicht zo snel te rijden. Meestal is dat rond de drie rondjes.

Er is ook een medisch centrum in de paddock te vinden. Het medische centrum is een soort miniatuur ziekenhuis met zelfs een eigen operatiezaal. Er werken zes verplegers, een chirurg en een anesthesist. Iedere piloot moet er verplicht testen afleggen na een crash om te bepalen of hij wel geschikt is om aan de race deel te nemen of hoe lang hij zal moeten rusten.
Het laatste wat op het circuit te vinden is, is een helikopter met een dokter en twee verplegers. Er is er ook één buiten het circuit evenals vier ambulances. De omliggende ziekenhuizen zijn dan ook verwittigd en moeten stand-by blijven om gewonde rijders op te kunnen vangen en indien nodig in te grijpen.

Enkele andere lokale medische teams kunnen de vaste teams bijstaan. In België hebben we RED en B-MET, die bij verschillende autosporten vrijwillig langs het parcours staan om een eventuele extractie te doen na een crash. De twee organisaties kunnen alle hulp gebruiken. Indien u geïnteresseerd bent of meer informatie over de organisaties wenst, kan u zeker eens een kijkje nemen op hun websites.

Zoals u kon lezen heeft de Formule 1 de laatste jaren veel geïnvesteerd op medisch vlak en ze krijgen daarnaast ook nog hulp van andere lokale organisaties die hun steentje willen bijdragen om de sport zo veilig mogelijk te houden. Zonder hen zou er dan ook geen motorsport meer zijn. Zij verdienen dus zeker eens wat extra aandacht!

U merkt het, veiligheid in de Formule 1 begint bij de nodige veiligheidsmaatregelen op en rondom de circuits, de wagens en uitrusting van de rijders, maar ook bij het veiligheidspersoneel op en naast de baan.

Geschreven door Anouck Jaspers
a:0:{}
Gewoon nieuwsitem
a:0:{}

Facebook
Twitter
WhatsApp
Email
Print