GP van Hongarije: file op de Hungaroring

“Money makes the world go around”. Nog meer dan elders is dit het credo van de extravagante Formule 1. Lang voor de perestroika en glasnost van Gorbatsjov en een hele tijd voor de fluwelen revolutie en de val van de Berlijnse muur lukte het onze gehaaide zakenman Bernie Ecclestone van een miniem gat te prutsen in het “Ijzeren Gordijn”. Voor de jonge lezers onder ons : ooit was Europa verdeeld in een Westers blok en een Oosters blok. Een scherp in het oog gehouden grens maakte het ijzeren gordijn uit en voor de inwoners van beide blokken was het quasi onmogelijk om een glimp op te vangen van de dagdagelijkse realiteit van het leven in het andere blok. De “koude oorlog” tussen beide blokken woedde volop. Ook nog in 1986.

Toch kondigde Bernie op een stralende morgen het bestaan van een Grote Prijs van Hongarije aan! In die dagen niet minder dan een regelrechte sensatie. Een communistisch land dat ver achter het Ijzeren Gordijn lag, en gelijkheid van alle klassen predikte, was bereid (en werd door grote broer Rusland toegelaten!) om een manche te onthalen van de meest kapitalistische sport ter wereld : de Formule 1. Een sport waarin het hoofdzaak was en zo groot mogelijke ongelijkheid na te streven tegenover de naaste concurrent en waarin geld noch middelen werden gespaard om deze ongelijkheid te bereiken! Het kan verkeren! Bernie haalde een prestige van jewelste terwijl de Hongaar-modaal en de Hongaarse economie vooral keek naar de rijen Duitsers die de grens overstaken, beladen met felbegeerde dollars en Deutschmarken, en die gretig inwisselden tegen Hongaarse forinten met de waarde van toiletpapier.

Trots als een pauw meldde het F1 circus zich dus op de Hungaroring. Speciaal voor Formule 1-paus Bernie hadden de partijbonzen een splinternieuwe autoweg aangelegd rechtstreeks van de luchthaven naar het circuit. Het parcours zelve was gloednieuw. Kronkelend in een dal van het wijnbouwgebied, een twintigtal kilometers van de hoofdstad Boedapest. Een circuit dat als een echte “ring” glooiingen bezat, heuvel op en heuvel af, met natuurlijke tribunes : de hellingen van het dalletje. Alleen …men had de F1 auto’s verkeerdelijk aanzien voor Skoda’s of Trabants. De baan bestond uit de ene kronkel na de andere en hoewel de Zastava’s met 6 liter motor van de partijbobo’s waarschijnlijk wel komaf konden maken met de Skoda’s van de toevallige Hongaarse plebs-piloot, was het voor de turbowagens uit de F1 onmogelijk om met bommem van 1000 tot 1200 PK enig voorbijsteekmanoeuvre te wagen die kans op slagen had. Buiten de vele bochten met geringe radius telt het circuit nog een probleem. Er wordt zeer weinig op gereden en het gebied valt onder “continentaal klimaat” met zeer warme zomers. Dat maakt de Hungaroring zeer stoffig en glad.

Barrichello die Schumacher, op weg naar een nieuwe wereldtitel (2001), in de rug dekt, of de Duitser die Barrichello’s achterhoede beschermt (2002).Of de riante overwinning van Alonso (2003) of een hernieuwde Ferrari aanval op de constructeurtitel (2004). Races op de Hungaroring hebben meestal de amusementswaarde van het zien opdrogen van verf, of lui liggen gapen naar een verkeersopstopping. Zelfs de bejubelde overwinning van Boutsen in 1990 was niets meer dan een Grand Prix afstand lang treintje rijden, met Boutsen als diesellocomotief. De grote veldslagen worden heden ten dage uitgevochten in de pits waar taktische genie?n ? la Ross Brawn het winnende strijdplan uittekenen. De toeschouwers staan erbij in de blakerende zon en zien zoals in Monaco, de snelst voortbewegende reclamekaravaan ter wereld, min de glamour. E?n troost : de Hongaarse streekwijn is lekker en vooral zeer goedkoop.

Uiteindelijk dus is de meest gedenkwaardige Grand Prix van Hongarije misschien terug te voeren naar die allereerste race daar in 1986. Op dat tijdstip stonden Piquet, Mansell, Prost en Senna nog met realistische kansen op het behalen van de wereldtitel. Prost mocht normalerwijze niets meer hopen met de nu gedateerde McLaren TAG-Porsche. Maar “Le Professeur” had gedurende het seizoen zijn naam eer aangedaan. Hij had gewikt en gewogen, gerekend en berekend en vooral : hij had finishes gehaald en kostbare punten gesprokkeld. Dus vertoefde hij op de derde stek in het WK. Senna stond vierde in het WK met de Lotus en de Renault turbo klanten motor. Geen partij voor de machtige Honda’s maar Senna’s rijdersgenie had telkens weer het uiterste uit de wagen gehaald en de Renault was nu al zo ver gekomen. Ook op de smalle, gladde, kronkelende Hungaroring had Senna de zwart-gouden Lotus op pole gezet. Op de rijen achter hem de topfavorieten voor de wereldtitel : Mansell en Piquet. Beide in de Williams met de verbeterde en zeer krachtige Honda V6 turbomotoren. Beide piloten waren een beetje verwikkeld in een interne Williams privé-oorlog en Frank Williams keek vanuit zijn rolstoel grijnzend toe hoe nu eens Piquet en dan weer Mansell het F1 veld overklaste.

Senna maakte het beste van zijn pole en ging ervandoor met Mansell en Piquet in de achtervolging. Het verhaal gaat dat Piquet een nieuw differentieel had en toevallig “vergat” van de juiste afstelling door te geven aan zijn teamgenoot Mansell. Mansell moest dus al snel Piquet laten voorgaan aan de enige inhaalmogelijkheid die het circuit rijk was :turn one. Mansell zou zich voor de rest van de race moeten tevreden stellen met de derde trede van het podium. Piquet ging op jacht naar Senna, haalde hem bij, draaide even aan de “boost” knop van de turbo en verdween als leider uit het zicht. Prost viel ten prooi aan gremlins in de electronica en voor het eerst sinds het seizoensbegin in Rio zou hij geen punten rapen. Zowel Piquet als Senna dienden een bandenstop te maken alleen had Senna zijn zaken beter voor elkaar en hij kwam als leider uit de pitstraat. Rondes later had de overweldigende Honda power van Piquet’s Williams de Lotus-Renault weer bijgebeend en Piquet zette een eerste aanval in langs de binnenkant van Turn One. Iets te overenthousiast waardoor hij wijd moest lopen en Senna eenvoudigweg de positie bij exit bocht terugpakte. Nelson Piquet was echter vastbesloten om niet bij de pakken te blijven zitten. Even later zette hij een nieuwe aanval op, deze keer aan de buitenkant. De hele F1-wereld keek vol ongeloof toe hoe de Williams uitbrak op het stoffige baangedeelte. Senna zat aan de binnenkant, in theorie op de beste lijn, maar Piquet haalde de 1000 PK sterke Williams uit de slip, geheel in de stijl van de beste rallypiloten, en nam de kop op deze spectaculaire wijze over. En zo kregen we op de oninteressante Hungaroring toch nog één van de beste inhaalmanoeuvres van het jaar te zien, misschien wel één van de tien beste inhaalmanoeuvres aller tijden. Het kan verkeren!
“Money makes the world go around”. Nog meer dan elders is dit het credo van de extravagante Formule 1. Lang voor de perestroika en glasnost van Gorbatsjov en een hele tijd voor de fluwelen revolutie en de val van de Berlijnse muur lukte het onze gehaaide zakenman Bernie Ecclestone van een miniem gat te prutsen in het “Ijzeren Gordijn”.
a:0:{}
Voor de jonge lezers onder ons : ooit was Europa verdeeld in een Westers blok en een Oosters blok. Een scherp in het oog gehouden grens maakte het ijzeren gordijn uit en voor de inwoners van beide blokken was het quasi onmogelijk om een glimp op te vangen van de dagdagelijkse realiteit van het leven in het andere blok. De “koude oorlog” tussen beide blokken woedde volop. Ook nog in 1986.

Toch kondigde Bernie op een stralende morgen het bestaan van een Grote Prijs van Hongarije aan! In die dagen niet minder dan een regelrechte sensatie. Een communistisch land dat ver achter het Ijzeren Gordijn lag, en gelijkheid van alle klassen predikte, was bereid (en werd door grote broer Rusland toegelaten!) om een manche te onthalen van de meest kapitalistische sport ter wereld : de Formule 1. Een sport waarin het hoofdzaak was en zo groot mogelijke ongelijkheid na te streven tegenover de naaste concurrent en waarin geld noch middelen werden gespaard om deze ongelijkheid te bereiken! Het kan verkeren! Bernie haalde een prestige van jewelste terwijl de Hongaar-modaal en de Hongaarse economie vooral keek naar de rijen Duitsers die de grens overstaken, beladen met felbegeerde dollars en Deutschmarken, en die gretig inwisselden tegen Hongaarse forinten met de waarde van toiletpapier.

Trots als een pauw meldde het F1 circus zich dus op de Hungaroring. Speciaal voor Formule 1-paus Bernie hadden de partijbonzen een splinternieuwe autoweg aangelegd rechtstreeks van de luchthaven naar het circuit. Het parcours zelve was gloednieuw. Kronkelend in een dal van het wijnbouwgebied, een twintigtal kilometers van de hoofdstad Boedapest. Een circuit dat als een echte “ring” glooiingen bezat, heuvel op en heuvel af, met natuurlijke tribunes : de hellingen van het dalletje. Alleen …men had de F1 auto’s verkeerdelijk aanzien voor Skoda’s of Trabants. De baan bestond uit de ene kronkel na de andere en hoewel de Zastava’s met 6 liter motor van de partijbobo’s waarschijnlijk wel komaf konden maken met de Skoda’s van de toevallige Hongaarse plebs-piloot, was het voor de turbowagens uit de F1 onmogelijk om met bommem van 1000 tot 1200 PK enig voorbijsteekmanoeuvre te wagen die kans op slagen had. Buiten de vele bochten met geringe radius telt het circuit nog een probleem. Er wordt zeer weinig op gereden en het gebied valt onder “continentaal klimaat” met zeer warme zomers. Dat maakt de Hungaroring zeer stoffig en glad.

Barrichello die Schumacher, op weg naar een nieuwe wereldtitel (2001), in de rug dekt, of de Duitser die Barrichello’s achterhoede beschermt (2002).Of de riante overwinning van Alonso (2003) of een hernieuwde Ferrari aanval op de constructeurtitel (2004). Races op de Hungaroring hebben meestal de amusementswaarde van het zien opdrogen van verf, of lui liggen gapen naar een verkeersopstopping. Zelfs de bejubelde overwinning van Boutsen in 1990 was niets meer dan een Grand Prix afstand lang treintje rijden, met Boutsen als diesellocomotief. De grote veldslagen worden heden ten dage uitgevochten in de pits waar taktische genie?n ? la Ross Brawn het winnende strijdplan uittekenen. De toeschouwers staan erbij in de blakerende zon en zien zoals in Monaco, de snelst voortbewegende reclamekaravaan ter wereld, min de glamour. E?n troost : de Hongaarse streekwijn is lekker en vooral zeer goedkoop.

Uiteindelijk dus is de meest gedenkwaardige Grand Prix van Hongarije misschien terug te voeren naar die allereerste race daar in 1986. Op dat tijdstip stonden Piquet, Mansell, Prost en Senna nog met realistische kansen op het behalen van de wereldtitel. Prost mocht normalerwijze niets meer hopen met de nu gedateerde McLaren TAG-Porsche. Maar “Le Professeur” had gedurende het seizoen zijn naam eer aangedaan. Hij had gewikt en gewogen, gerekend en berekend en vooral : hij had finishes gehaald en kostbare punten gesprokkeld. Dus vertoefde hij op de derde stek in het WK. Senna stond vierde in het WK met de Lotus en de Renault turbo klanten motor. Geen partij voor de machtige Honda’s maar Senna’s rijdersgenie had telkens weer het uiterste uit de wagen gehaald en de Renault was nu al zo ver gekomen. Ook op de smalle, gladde, kronkelende Hungaroring had Senna de zwart-gouden Lotus op pole gezet. Op de rijen achter hem de topfavorieten voor de wereldtitel : Mansell en Piquet. Beide in de Williams met de verbeterde en zeer krachtige Honda V6 turbomotoren. Beide piloten waren een beetje verwikkeld in een interne Williams privé-oorlog en Frank Williams keek vanuit zijn rolstoel grijnzend toe hoe nu eens Piquet en dan weer Mansell het F1 veld overklaste.

Senna maakte het beste van zijn pole en ging ervandoor met Mansell en Piquet in de achtervolging. Het verhaal gaat dat Piquet een nieuw differentieel had en toevallig “vergat” van de juiste afstelling door te geven aan zijn teamgenoot Mansell. Mansell moest dus al snel Piquet laten voorgaan aan de enige inhaalmogelijkheid die het circuit rijk was :turn one. Mansell zou zich voor de rest van de race moeten tevreden stellen met de derde trede van het podium. Piquet ging op jacht naar Senna, haalde hem bij, draaide even aan de “boost” knop van de turbo en verdween als leider uit het zicht. Prost viel ten prooi aan gremlins in de electronica en voor het eerst sinds het seizoensbegin in Rio zou hij geen punten rapen. Zowel Piquet als Senna dienden een bandenstop te maken alleen had Senna zijn zaken beter voor elkaar en hij kwam als leider uit de pitstraat. Rondes later had de overweldigende Honda power van Piquet’s Williams de Lotus-Renault weer bijgebeend en Piquet zette een eerste aanval in langs de binnenkant van Turn One. Iets te overenthousiast waardoor hij wijd moest lopen en Senna eenvoudigweg de positie bij exit bocht terugpakte. Nelson Piquet was echter vastbesloten om niet bij de pakken te blijven zitten. Even later zette hij een nieuwe aanval op, deze keer aan de buitenkant. De hele F1-wereld keek vol ongeloof toe hoe de Williams uitbrak op het stoffige baangedeelte. Senna zat aan de binnenkant, in theorie op de beste lijn, maar Piquet haalde de 1000 PK sterke Williams uit de slip, geheel in de stijl van de beste rallypiloten, en nam de kop op deze spectaculaire wijze over. En zo kregen we op de oninteressante Hungaroring toch nog één van de beste inhaalmanoeuvres van het jaar te zien, misschien wel ??n van de tien beste inhaalmanoeuvres aller tijden. Het kan verkeren!