Minder inhaalacties in de F1: “Het is de schuld van de minder goede teams”

Wedstrijdleider Charlie Whiting merkt op dat de competitiviteit niet de grootste oorzaak is voor de sterk verminderde inhaalacties in de F1. Hij denkt dat het vooral ligt aan de teams uit het middenveld.

In het seizoen van 2017 is het aantal inhaalacties met de helft verminderd door de bredere en snellere bolides. In Melbourne lieten enkele piloten al weten dat inhalen veel lastiger zou worden gedurende het seizoen en ze kregen inderdaad gelijk.

“De bredere wagens zien er fantastisch uit en geven ons meer grip. Als ze echter meer plaats innemen op de baan, is er minder zuivere lucht waardoor het achtervolgen erg moeilijk wordt,” aldus Ricciardo bij de start van het afgelopen seizoen.

Whiting gaat echter niet akkoord met de uitspraak van de Australiër. Hij meent dat het aanhoudende verschil in prestatievermogen tussen de beste teams en de middenvelders sterk aanwezig is en dat vooral dit feit een belangrijk gegeven is.

“Ik denk niet dat het achtervolgen een probleem is en ik denk niet dat het aan de bolides ligt. Het grootste probleem is dat de ‘grote drie’, als je Mercedes, Ferrari en Red Bull zo wil noemen, aanzienlijk sneller zijn dan de andere teams,” zei Whiting tegenover de ‘New York Times’

“Ik denk niet dat het racen op zich slecht is geweest. Het is gewoonweg een feit dat sommigen het veel beter doen dan anderen, maar dat is niets nieuws in het F1-circus,” besloot hij.

Geschreven door Anouck Jaspers
a:0:{}
Gewoon nieuwsitem
a:0:{}