Na afloop van de GP van Saudi-Arabië was zevenvoudig wereldkampioen Lewis Hamilton niet te spreken over verschillende incidenten met Max Verstappen. Tijdens de race schreeuwde Hamilton dat Verstappen gek is en ook na afloop van de race was Hamilton niet te spreken over de ‘spelletjes’ van Verstappen.
“Verstappen ging duidelijk over de limiet. Het maakt hem niet uit of we allebei finishen of niet. Voor mij is het belangrijk dat we finishen,” zei Hamilton na afloop van de race. “Ik heb zo vaak aanrijdingen met hem vermeden.”
“Vandaag probeerde ik op het circuit te praten, ik probeerde mijn wagen binnen de lijnen te houden en het op de juiste manier te doen. Ik moest echt rustig proberen blijven, wat zeer moeilijk was.”
Hamilton was ook niet te spreken over het ‘rem-incident’ met Verstappen waarbij hij uiteindelijk achterin op Verstappen reed en over de boordradio schreeuwde hij “Die kerel is gek!”.
“Hij deed duidelijk een brake-test met mij om te proberen in de laatste bocht opnieuw in de DRS te geraken en me vervolgens opnieuw in te halen in de eerste bocht,” aldus Hamilton. “Ik dacht dat ik mijn voorvleugel kwijt was!”
“Ik begreep niet waarom hij plots redelijk hard remde en vervolgens reed ik tegen hem. Er waren zoveel gekke dingen.”
“Ik werd niet geïnformeerd dus ik begreep niet wat er gaande was. Plots begon hij te remmen en bewoog hij wat. Ik dacht dat hij gekke spelletjes probeerde te spelen. Ik weet het niet.”
Verstappen werd na afloop van de race voor het bewuste rem-incident door de stewards bestraft met een tijdstraf van tien seconden. Dat veranderde echter niets aan het resultaat. Verstappen bleef tweede in de uitslag van de race.
Max Verstappen en Lewis Hamilton hebben daardoor met nog slechts één race te gaan evenveel punten. De enige keer eerder dat twee rijders met evenveel punten naar de seizoensfinale afzakten gebeurde in 1974.
De Braziliaan Emerson Fittipaldi (McLaren) en de Zwitser Clay Regazzoni (Ferrari) streden toen in de allerlaatste race van het seizoen om de titel. Fittipaldi behaalde toen met een vierde plaats zijn tweede wereldtitel in de Formule 1.
