“Binnen een week kopieer ik iets van een andere F1-bolide en plaats ik het op de eigen wagen”

Alpine F1 team
Alpine F1 team

Ieder jaar is het hetzelfde liedje: de teams presenteren hun nieuwe F1-bolides en iedereen begint op basis van de foto’s tot in detail de wagens te analyseren. Vervolgens zien we dat de wagens er tijdens de testdagen er plots helemaal anders uitzien.

Uiteraard gebeurt dat niet zomaar. De teams presenteren weliswaar hun nieuwe wagens, vaak draait het daarbij alleen maar rond de ‘grote lijnen’ van de wagens en worden details en ‘gevoelige’ onderdelen bewust niet op de wagen geplaatst. Denk daarbij dan vooral aan allerlei kleinere aerodynamische onderdelen, vleugels, de vloer, …

De reden waarom dit gebeurt is vrij voor de hand liggend. Je wil niet dat de concurrentie dingen afkijkt en kopieert en daarom wacht de teams er zo lang mogelijk mee om ze aan de buitenwereld te tonen. Je gaan niet twee of drie weken voor de eerste F1-test al tonen wat je in huis hebt want onderdelen kopiëren, dat kan soms vrij snel gaan.

“Het is eerder wat een principe dan iets anders,” aldus Pat Fry, de technisch directeur van Alpine, tegenover ‘Autosport. “Je geeft nooit iets zomaar weg, dat heb ik al dertig jaar geleerd en het is lastig om daar nu verandering in te brengen.”

Volgens Fry kunnen F1-teams snel dingen van elkaar kopiëren, waarmee uiteraard nog niet gezegd is dat het desbetreffende onderdeel ook goed op de eigen wagen werkt en de algemene performance verbetert.

“Ik kan iets zien op de wagen van iemand anders, of dat nu een stukje onderdeel of een vorm van de vloer is, en ik kan vervolgens binnen de twee dagen precies hetzelfde testen in de windtunnel. Binnen de week kan ik dat onderdeel op de wagen hebben, zoiets is belangrijk om in het achterhoofd te houden.”

Uiteraard geldt zoiets enkele voor specifieke onderdelen, sommige wagens gebruiken een specifiek concept dat niet zomaar is over te nemen op een andere F1-bolide zonder de algemene aerodynamica grondig te verstoren.

Het verklaart echter wel waarom F1-bolides ook tussen de races door telkens van heel wat nieuwe onderdelen worden voorzien en waarom er daarbij vaak onderdelen opduiken die het raceweekend daarvoor bij een ander team te bespeuren waren.