Carlos Sainz: “Wij als rijders hebben het minste last van een overvolle F1-kalender”

Ferrari
Ferrari

De laatste jaren is de F1-kalender stelselmatig uitgebreid, volgend jaar komen we op een nieuw record uit van 24 races. Carlos Sainz is van mening dat de rijders er het minste onder lijden, zeker vergeleken met andere personeelsleden uit de F1-wereld.

De kalender van volgend jaar zal 24 raceweekends bevatten, een record voor de F1. Normaal gesproken hadden we het record dit jaar ook al bereikt maar China werd opnieuw geannuleerd door de coronasituatie in het land en door de extreme weersomstandigheden tijdens de GP van Emilia-Romagna werd ook deze geannuleerd. Zowel de GP van China als die van Emilia-Romagna keren volgend jaar gewoon terug op de kalender, dan zijn de 24 races normaal een feit. 

Carlos Sainz is van mening dat de F1-rijders ‘bevoorrecht’ zijn in deze situatie om te navigeren door een drukke F1-kalender. 

“Om te beginnen reizen we al op een comfortabele manier”, aldus Sainz, “Namelijk of in business of in eerste klasse of met een privéjet. We arriveren ook als één van de laatsten op het circuit, normaal dinsdag of woensdag, de meesten arriveren reeds op maandag.”

“Ook wij als rijders hebben een overvolle agenda met veel mediaverplichtingen maar ik vind niet dat we moeten klagen, we zitten in een bevoorrechte positie vergeleken met de andere teamleden.”

Carlos Sainz is er ook van overtuigd dat 24 races tijdens een seizoen de absolute limiet is.

“Ik denk dat veel teams nu rotatieprogramma’s volgen met monteurs en ingenieurs, vooral voor het welzijn van deze mensen en dat ze niet te lang van hun familie gescheiden zijn. Rijders laten roteren, dat is iets dat niet echt mogelijk is volgens mij.”

“Laten we kijken hoe dit evolueert, er zullen in de toekomst veranderingen nodig zijn. Het gaat dan over zaken zoals het weekendformat en de manier hoe we omgaan met mediaverplichtingen en bijhorende evenementen.”

“De gezondheid van iedereen die betrokken is behouden, dat is wat telt”, sluit Sainz af. 

Geschreven door Vincent Bogaerts