Coureurs in de Formule 1 moeten met veel verschillende factoren rekening houden als ze op de baan rijden in hun snelle bolide. Hierbij kun je onder meer denken aan de tractie van de banden. Veel dingen zijn hier van invloed bij, zo ook het oppervlak. Op een vloer van epoxy giethars krijg je bijvoorbeeld meer tractie dan bij zand. De F1-auto’s rijden natuurlijk niet op een vloer, maar op asfalt. Dit is in principe goed voor de tractie, beter dan bijvoorbeeld een vloercoating. Desondanks kan de tractie beïnvloed worden vanwege de onderstaande factoren. 

Raceoppervlak

Het oppervlak waarop de F1-coureurs racen, bepaalt grotendeels de hoeveelheid tractie die beschikbaar is onder kracht. Op onverharde wegen bepaalt de hoeveelheid vocht de hoeveelheid grip die de baan ons geeft. Hobbels, groeven, hellingshoeken en de draairadii helpen allemaal om te bepalen hoeveel grip er beschikbaar is voor tractie uit de hoeken. De opstelling met betrekking tot schokken, veren en achtergeometrie helpt bepalen hoeveel tractie beschikbaar zal zijn voor een bepaalde reeks omstandigheden. Op asfaltwegen is het wegdek normaliter consistenter, wat ook van belang is bij een zelf aanbrengen vloer. Dit is beter voor de tractie. 

Hellingshoek 

De ernst van de verandering in de hellingshoek van het raceoppervlak in het gedeelte van de baan waar de coureurs aanvankelijk versnellen, kan veranderingen veroorzaken in de hellingshoek van het chassis dat werkt om een ​​of meer banden te lossen, wat de voorwaartse tractie kan verminderen. Een baan die vrij snel van hoge naar lage helling gaat, kan ervoor zorgen dat de linkerachterband snel leeg raakt, waardoor de auto losraakt. Er zijn twee manieren waarop dit kan gebeuren. Een daarvan is wanneer de buitenrand van de baan in hoogte daalt en de rechtervoorband de drop-off volgt, die op zijn beurt het gewicht van de linkerachterband opheft. Dit veroorzaakt verlies van tractie in die band.

Trackconfiguratie

De vorm van de track voor zowel vuil als asfalt kan de beschikbare tractie op verschillende manieren beïnvloeden. Terwijl F1-coureurs kracht toepassen, moeten ze een beetje weten hoe de baan wordt gekanteld, hoe de hellingshoek verandert als je uit de bochten komt en hoe de straal van de bocht kan veranderen. Een racebaan met veel hellingen is erg vergevingsgezind als het gaat om tractie. De auto creëert een grotere hoeveelheid downforce dan een vlakkere baan vanwege de helling en de bijbehorende zijdelingse krachten. Vaak worden de banden zo belast dat het beschikbare vermogen de banden niet kan losmaken. De circuits waarop we ons zorgen maken over verhoogde krachten in de bochten en meer beet uit de bochten zijn de circuits die vlakker zijn en minder grip op het oppervlak hebben.

Banden

De banden zijn de ultieme verbinding tussen de F1-auto en het raceoppervlak. Dat basisprincipe is niet nieuw, maar een concept dat altijd op de voorgrond heeft gestaan ​​bij het zoeken naar manieren om het rijgedrag van een raceauto te verbeteren. Het speelt dan ook een grote rol bij de tractie in de Formule 1, wat steeds beter wordt.